
De discussie over de herziening van de pedagogische studiedagen raakt aan een fundamentele vraag: hoe verzoenen we kwaliteitsvolle professionalisering van leraren met maximale en betekenisvolle leerkansen voor leerlingen? Michelle Dewulf, departementshoofd PXL-Education, licht toe.
Elke les die wegvalt, is een gemiste leerkans. Zeker in een onderwijssysteem waar leerprestaties onder druk staan en waar verschillen tussen leerlingen toenemen, is optimale lestijd geen luxe maar een noodzakelijke voorwaarde voor onderwijskwaliteit. Het is dan ook logisch dat het beleid kritisch kijkt naar momenten waarop onderwijs structureel wordt onderbroken.
Pedagogische studiedagen zijn historisch gegroeid vanuit de terechte bekommernis om leraren bij te scholen. Maar wanneer die professionalisering leidt tot een vermindering van leerkansen zonder altijd aantoonbare impact op de klaspraktijk, moeten we durven herdenken. Niet om professionalisering af te bouwen, wel om ze efficiënter te maken.
Door professionalisering minder te organiseren via lesvrije dagen en meer via structurele momenten binnen de schoolwerking, verhogen we zowel de effectiviteit van professionalisering als de continuïteit van het onderwijs voor leerlingen.
Professionalisering die losstaat van de klas, die bestaat uit geïsoleerde studiedagen of generieke, losstaande vormingen zonder te vertrekken vanuit een duidelijke schoolvisie, mist vaak haar doel. Effectieve professionele groei ontstaat wanneer leren ingebed is in de schoolcontext. Afhankelijk van de noden van de school kan het beleid dan gerichte professionaliseringstrajecten kiezen.
Ik heb zelf ervaren hoe dat er in de praktijk kan uitzien. In een school waar ik werkte, was er wekelijks een vast titularisuur voor de leraren. Dat uur viel samen voor alle klastitularissen, die op dat moment samenkwamen om hun klaspraktijk te bespreken. Voor de leerlingen betekende dit geen lesvrije tijd: zij kregen gewoon les van een andere leraar, waardoor de lestijd volledig behouden bleef.
Het titularisuur was in de eerste plaats bedoeld voor inhoudelijke afstemming rond de klaspraktijk, zoals zorgvragen, evaluatie en andere gedeelde uitdagingen. Wanneer er zich een meer gerichte nood voordeed, kon datzelfde uur worden ingezet voor professionalisering. Dan werd er bijvoorbeeld een expert uitgenodigd. De professionalisering was binnen deze aanpak rechtstreeks verbonden met de dagelijkse realiteit van de leraar.
De herziening van de pedagogische studiedagen biedt de kans om professionalisering Vlaanderenbreed te herzien. Door professionalisering minder te organiseren via lesvrije dagen en meer via structurele momenten binnen de schoolwerking, verhogen we zowel de effectiviteit van professionalisering als de continuïteit van het onderwijs voor leerlingen.
Professionalisering krijgt op die manier een structurele plaats in het takenpakket van leraren. Zo vormt het geen bijkomende belasting, maar een erkenning van het lerarenberoep als een hooggekwalificeerd metier. Lerarenopleidingen kunnen door hun expertise nog meer te delen scholen verder ondersteunen in duurzame professionaliseringstrajecten, die vertrekken vanuit onderzoek en praktijk. Zo versterken opleiding en werkveld elkaar.
Het debat over pedagogische studiedagen mag niet verzanden in een tegenstelling tussen lesgeven en bijscholen. De echte uitdaging is professionalisering zo organiseren dat ze het onderwijs versterkt, zonder leerkansen te ondergraven.
Contact: michelle.dewulf@pxl.be
Dit opiniestuk verscheen eerder in Het Belang van Limburg van 19 december 2025.
