Te vaak wint beton het nog van natuur

door Kathleen De Clercq
384 views

Van chlorofyl naar chlorofiel

Zonder groen geen leven, aldus Kathleen De Clercq, coördinator van het postgraduaat Groen Erfgoed. Foto: CC BY-SA 2.5, Koppeling

Als een kerk ‘in de weg’ staat van een bouwproject, dan leggen we de weg eromheen. Staan bomen een tramlijn in de weg, dan sneuvelen ze met tientallen. Kathleen De Clercq, coördinator van het postgraduaat Groen Erfgoed over de onschatbare waarde van bomen, over bedrieglijk dromerige renders van buiteninrichting, de hofjes van Eden en de morele plicht van bouwpromotoren.

Zonder chlorofyl geen zuurstof

Chlorofyl is de wetenschappelijke term voor bladgroenkorrels, de deeltjes in een blad, stengel of twijg die de omzetting van CO2 naar zuurstof mogelijk maken. Met andere woorden: onze buitenboordlongen. Zonder bladgroen zijn we eraan voor de moeite.

Bob-de-Bouwers en dromerige plannen

In dichtbebouwd Vlaanderen is de oppervlakte of ruimte voor chlorofyl – voor ‘groen’ dus – beperkt en ook nog regelmatig bedreigd door nieuwe bouw- en infrastructuurprojecten. Lange tijd hebben de Bob-de-Bouwers onder ons gedacht dat ‘wij dat wel zouden kunnen maken’ door groen te voorzien, in bakken, in plantvakken, in potten, in muurkaders, op daken of tegen muren.

Bekijk je de hedendaagse pastelkleurige, dromerige renders van buiteninrichtingen, dan lijkt een impressionistische stijl à la Monet of Cezanne wel een ongeschreven regel. Bomen in bloesem, kleurrijke bloemen, uitbundig groen, slingerende paden, zoemende bijtjes: de idyllische computertekeningen in glimmende folders laten iedereen overstag gaan en moedigen aan tot kopen.

Iedereen, maar mij niet.

Onbestaande bomen

In een nieuw ontwerp zie je wel eens respect voor het gebouwde erfgoed: voor gebouwen van het interbellum in art nouveau of art deco. Of voor gebouwen in een eclectische stijl. Elke stijl is de moeite waard, niet?

En ja, je ziet in de renders inderdaad bomen, struiken en bloemen. Maar niet de bestaande. Vreemd toch? Als je weet op welke locatie een nieuw bouwproject opgestart zal worden en je hebt – zoals een goede landmeter – niet alleen oog voor de bestaande gebouwen, grenzen of putdeksels, dan verwacht je toch dat ook de bomen in hun bestaande toestand mee opgenomen worden in het nieuwe ontwerp? Helaas…

Tuin van Eden

En toch geven de renders de indruk dat elk bouwproject een nieuwe Tuin van Eden wordt. Vaak met ronkende namen, waarvan de projectontwikkelaars vermoeden dat die klanten zullen aanspreken: ‘… -gaard’, ‘Hof van…’, ‘Tuin van…’, ‘…-park’ of ‘…-bos’. Niet zelden met een letterlijke verwijzing naar de boomsoort: ceders, eiken, beuken of linden.

Maar wie die bestaande bomen in de renders wil terugvinden, komt dus bedrogen uit. Het is mij – op mijn erewoord – nog nooit gelukt om ze terug te vinden. En ik weet met zekerheid dat dat niet aan mij ligt, maar aan de renders.

Markant detail: de bomen die wél ingetekend zijn, moeten wellicht nog uitgevonden worden. Kort gezegd: die bomen bestaan niet.

Geld op

Als je – uit nieuwsgierigheid – na het afronden van de bouwwerken ter plaatse gaat kijken en op zoek gaat naar dat nieuwe Hofje van Eden, dan mag je al tevreden zijn met een gazon, zonder foutgeparkeerde auto’s. Voor de beloofde bloemen, struiken en bomen was het geld op, want standaard valt een project duurder uit dan geraamd.

Het gebeurt – gelukkig maar – dat de buiteninrichting wel aandacht krijgt. Zoals in ‘Het groen kwartier’ in hartje Antwerpen, waar zelfs plaats is voor de teelt van de kruiden van het beroemde restaurant The Jane. Maar jammer genoeg is het al te vaak anders.

Morele plicht

Het is de morele plicht van bouwpromotoren om groen een hoofdrol te laten spelen. Wat heb je een aan excellent ventilatiesysteem, zonnepanelen, zonneboilers, en alle andere ingrepen om aan weet-ik-veel-welke normen te voldoen, als je daarmee niet eens kan beschikken over zuurstofrijke, zuivere lucht en zuiver water? Als de lucht die je naar binnen haalt gewoon niet zuiver of zuurstofrijk is? Als het water – dat via domoticasturing exact tegen 19.30 u. op jouw ideale temperatuur zacht bruisend via een  waaiervormige goudkleurige kraan je bad met zicht op de cityskyline vult – simpelweg niet zuiver is?  

Stel je voor: zuiver water en zuivere lucht. We zamelen er geld voor in voor ontwikkelingslanden, maar we krijgen het hier zelf niet eens voor elkaar. Welk land moet er dan ontwikkeld worden?

Troeven in handen

Bouwpromotoren en stadsontwikkelaars, jullie hebben de troeven in handen. Geef jullie landmeters de opdracht om bomen op te meten. Geef je gerenommeerde architecten opdracht om boomsparende ontwerpen te maken. Laat eens de uniforme boomwaardebepaling op de bestaande bomen los en verbaas je over de vele euro’s die ze tastbaar waard zijn. Zodra de bouwwerken starten, laat de grondwerker dan een test afleggen. Want als hij om de haverklap ‘per ongeluk’ een boom raakt, hoe weet je dan zeker dat hij je kelder geen meter te diep uitgraaft? ‘Wat een klungelaar, zeg.’

Wakker worden

Kopers en huurders, ook aan jullie: word wakker en wees kritisch! Als je wacht op de oplevering van je nieuwbouwproject, kom dan op voor je recht op zuivere lucht en zuiver water. Eis dat de boom die schaduw bood nog voordat de bouw startte, er ook nog staat zodra de werken klaar zijn. En vooral, laat je nooit ofte nooit wijsmaken dat hij in de weg stond en daarom vervangen werd door vier nieuwe bomen ‘die samen wel evenwaardig zijn’.  Tenzij je de komende 20 jaar liever huidschade oploopt en je airco ‘volle bak’ zet, natuurlijk.

Onschatbare waarde

Bomen houden ons weinig bezig wanneer we onze keuzes maken, en dat is vreemd. Als je bij een grote eik, beuk of olm aan passanten vraagt wat ze denken dat de boom waard is, dan is het antwoord vaak ‘van onschatbare waarde’. Maar wat is dat, ‘onschatbare waarde’? En waarom vinden we die waarde onschatbaar en gaan we toch zo nonchalant met bomen om? De uniforme boomwaardebepaling laat toe de waarde van een boom uit te drukken in euro’s en keer op keer zal je verbaasd zijn. Die methode wordt al sinds midden jaren zeventig door verzekeringsexperts gehanteerd om de te betalen prijs te bepalen, bijvoorbeeld bij schade aan bomen.

Bestaande bomen, struiken en bloemen verdienen minstens evenveel aandacht als gebouwen, putdeksels of verhardingen.

‘In de weg’

Hoe belangrijk vinden we bomen in vergelijking met een kerk? Als een kerk ‘in de weg’ staat van een project, dan leggen we de weg er omheen. Zelfs nu, in tijden waarin de meesten onder ons alleen nog maar de buitenkant van die kerk zien.

Als bomen in de weg staan van een nieuwe tramlijn, dan moeten die bomen weg, per tientallen. Daarmee verdwijnen dus buitenboordlongen en worden ze vervangen door grote beeldbegrenzende structuren. Bomen belemmeren ons zicht niet, ze leiden ons zicht. Bomen hebben een stam zonder takken van minstens 2,2 meter en pas daarboven begint de kruin met de bladeren. Dat heeft tot gevolg dat je onder bomen door kan kijken en kan zien wat er zich achter de bomen afspeelt: je kan het landschap beleven.

Die vergezichten zijn nuttig voor de aanmaak van het gelukshormoon dopamine. Dopamine behoedt ons voor een burn-out, depressie, verslaving en Parkinson. Dat mensen de bomen en ander groen van onschatbare waarde vinden, is dus terecht: ze geven zuurstof en ze maken ons gelukkig. Is het dan omdat ze on-schatbaar zijn dat we dat schatten maar helemaal overslaan?

Aandacht en bescherming

Maar er is hoop. Als cursisten en lesgevers van het postgraduaat Groen Erfgoed van PXL-NeXT vertellen over die nieuwe unieke opleiding in Vlaanderen die ze volgen of geven, dan is de reactie bijna steeds: ‘Wat een mooie opleiding. Dat lijkt me zo interessant en zo nuttig’. Natuurlijk willen die cursisten of lesgevers niet koste wat het kost élke boom of plant behouden.

Wat ze wel willen, is dat de bestaande bomen, struiken en bloemen minstens evenveel aandacht krijgen als gebouwen, putdeksels of verhardingen. Aandacht zodat nog voordat de eerste spade de grond in gaat, nog voordat de eerste werfkeet wordt geplaatst, nog voordat de graafkraan of bouwkraan ter plaatse komt, er maatregelen worden getroffen om die bomen, struiken en planten van onschatbare waarde te behouden en te beschermen.

Die bescherming gaat veel verder dan wat planken of buizen om de stam zetten of enkele rijplaten leggen. Die bescherming gaat ook over boomsparende bemaling van de bouwput, het berekenen van de benodigde doorrijdhoogte en de aanrijroute desnoods herleggen.

Laat het aan hen over om in te schatten of een boom of struik weer zal herstellen en laat het aan hen over om in te schatten welke boom of struik opgeofferd kan worden. Net zoals een bouwhistoricus advies geeft over absoluut te behouden en eventueel te verwijderen gebouwen, kan een groenhistoricus advies geven over groen erfgoed.

Let hierbij op de woordkeuze: een groenhistoricus is niet zomaar de eerste de beste tuin- en landschapsarchitect of tuinaannemer, maar iemand die, net zoals een bouwhistoricus, onpartijdig een beredeneerd advies zal geven.

Chlorofiel

Er is hoop op respect voor tuinen, parken en domeinen die horen bij gebouwen uit een recent verleden. Lang leve brocante, vintage en retro. Lang leve de influencers die schrijven over hun trouvailles op de brocanterommelmarkten van de Marollen, Hasselt, Tongeren of de Sint-Jansvliet in Antwerpen. Door hun Instagramposts of teksten in magazines en weekendbijlages leren we hoe een woning in art-decostijl, eclectische stijl of baksteenconstructivisme eruitziet. We leren waarom ze het bewaren en restaureren waard zijn en zo negeren we steeds meer de boodschap van immokantoren die zeggen: ‘woning van 1938, aan opsmuk toe’.

Meer nog: in hippe steden zoals Antwerpen, Gent en Leuven zijn eigenaars van dat soort huizen fier over hun lambriseringen, gecraqueleerde granitovloeren of -trappen, messing deurklinken en roze lavabo.  Tegen de volgende Open Monumentendag in september 2025, in het teken van 100 jaar Art Deco, weten we dat hopelijk állemaal. Ook buiten die steden, en ook als we geen magazines lezen. 

Als nu nog voldoende kenners van groen erfgoed de tuinen en parken wél naar waarde schatten en er geschikte maatregelen voor behoud voor uitschrijven, kunnen we hopelijk nog lang zuurstofrijke lucht ademen en zuiver water drinken.

Hebben we respect voor bomen, struiken en hagen, dan worden dat de nieuwe ‘oudste inwoners van de gemeente’. Wie weet zit wel in het woord ‘chlorofyl’ vervat dat we van groen móéten houden. Al spellen we het woord dan vanaf nu misschien beter als ‘chlorofiel’…

Contact: kathleen.declercq@pxl.be

Een verkorte versie van dit opiniestuk vind je in Het Belang van Limburg (15/03/2025).

Aanbevolen berichten