
Kristof Notelaers zoomt in een blogreeks in op de transformaties in onze samenleving rond het jaar 2010. Na Gen ZAlpha (Gen ZA) legt hij nu de 4 P’s onder het vergrootglas.
Als er één ding is waar het wereldwijde web geen tekort aan heeft, dan zijn het meningen over marketing. Het voordeel van al die meningen, is dat ze een interessante reflectie van de tijdgeest geven. Lezers van mijn vorige stuk zullen weten dat de periode tussen 2006 en 2012 bij mij onder de loep zit. Het is niet alleen de geboorteperiode van Gen ZAlpha (Gen ZA), maar ook een cruciale periode in de ontwikkeling van Gen Z. Het zit me nog altijd niet goed om uitdagingen op de werkvloer terug te brengen tot de toneelverschijning van een generatie. De onvrede van Gen Z in het werkveld kan, wat mij betreft, wel een barometer zijn voor de aanpak van een werkbeleid. Maar wat moet er dan anders?
Om daar een antwoord op te zoeken, breng ik in deze blogreeks een aantal transformaties uit de periode rond 2010 in beeld. Terug naar marketing dus, waar de 4 P’s vanouds stonden voor Product, Price, Place en Promotion. Ik denk meteen aan hoe ik vroeger voor 20 euro een cd van The Offspring in de platenzaak kocht, omdat hun poster tegen mijn muur hing. Wie nu op Google moet zoeken wie The Offspring is, zal blij zijn dat Andy Hanselman in 2010 het heilige huisje van de 4 P’s ten grave droeg. Je zou gokken dat er iets creatiefs in de plaats komt, maar er worden gewoon 4 nieuwe P’s op de mat getoverd: Permission, Participation, Performance en Proliferation. Ik waag me aan een korte vertaling:
- Permission: Dring je niet op. Maak inhoud die relevant en interessant is, zodat je een band kan opbouwen met mensen die jou willen vinden.
- Participation: Zorg dat de relatie met je klanten tweerichtingsverkeer is. Breek barrières af en sta open voor feedback.
- Performance: Lever een unieke en consistente ervaring voor je klanten. Geen grote eenmalige vertoning, maar iets om op te bouwen en vertrouwen.
- Proliferation: Sta op als onderdeel van een gemeenschap en laat klanten reclame voor je maken. Mond-tot-mondreclame met een socialemediaturbo.
Voor marketeers vertel ik waarschijnlijk niets nieuws, maar ik kan me moeilijk beter advies indenken voor ondernemingen die (jong) talent willen aantrekken. Feitelijk een andere manier om te zeggen dat klantobsessie zich logischerwijs vertaalt naar werknemerobsessie. Al strijkt het woord obsessie me tegen de haren. Als millennial spookt onmiddellijk “Generation Me Me Me” door mijn hoofd. In 2013 werd mijn generatie door TIME bestempeld als “lazy entitled narcissists who still live with their parents”. De eerreddende toevoeging “why they’ll save us all” voelt al even onrealistisch. Toch beslis ik om mijn middelvinger beneden te laten. Sinds The Secret Life of Walter Mitty heb ik een soft spot voor print magazines.
In plaats van weg te dromen, vraag ik me af hoe TIME eigenlijk nog weet te overleven in digitale tijden. Ik lees al snel dat TIME zijn printverkoop in de periode rond 2010 sterk zag terugvallen en sinds 2011 experimenteerde met verschillende formules voor digitale pay walls. Vandaag de dag is de pay wall verdwenen en zijn ook de archieven van TIME gratis toegankelijk. Een move die me sterk herinnert aan de 4 nieuwe P’s. Toch krijg ik bij een bezoek aan de TIME-website haast een paniekaanval van de advertenties. Het brengt me onmiddellijk bij:
“If you are not paying for it, you’re not the customer; you’re the product being sold.”
Een uitspraak die oorspronkelijk van toepassing was op televisiereclame, maar, en hoe kan het ook anders, in 2010 terug bovenkwam op Twitter. Pientere geesten merken op dat TIME zijn inhoud nu als marketing materiaal gebruikt, om met een sterke merknaam elders inkomsten te genereren. Zo komen we steeds dichter bij The war for attention, een interessant topic voor PXL Business Research. Het zal voor een volgende keer zijn, tenminste als ik niet afgeleid word.
Contact: kristof.notelaers@pxl.be