Hoe maak je Nederlands leren op school zo aantrekkelijk mogelijk voor anderstalige nieuwkomers? Door te werken met beelden en muziek, zo blijkt. Hogeschool PXL onderzocht nieuwe manieren om anderstalige kinderen die nog maar pas in België zijn, zo veel mogelijk te stimuleren bij het leren van het Nederlands. Of hoe het verhaal van Sam ook het verhaal van Ahmed wordt…
In 2014 ging PXL de uitdaging aan om in een uniek partnerschap tussen de departementen PXL-Education, PXL-MAD School of Arts en PXL-Music na te gaan of en hoe actief leren met muziek en beeld anderstalige nieuwkomers kan helpen om Nederlands te leren. TaalCULTuur is de naam van het onderzoeksproject en bijzondere aandacht gaat naar schooltaal: de woorden en uitdrukkingen die typisch zijn voor het onderwijs. Drie onderzoekers zetten hun schouders onder het project. Zij werken in cocreatie met hun studenten en met ervaren leerkrachten in de Limburgse scholen.
Actief leren
In een eerste fase doken de onderzoekers van PXL-Education en PXL-MAD in de literatuur. Ze gingen na welke methodes al waren getest om jonge kinderen met een andere thuistaal op een uitdagende en rijk ondersteunde manier te laten groeien op school. Al snel bleek dat onderzoek naar taalverwerving meerdere kenmerken en processen beschrijft die ook belangrijk zijn bij actief leren en bij muzikale en visuele expressie. Zo blijkt dat kinderen gemotiveerder zijn als ze worden uitgedaagd om zelf actief op zoek te gaan naar de oplossing van een probleem waarvan ze de uitkomst niet kunnen voorspellen. ‘Kinderen willen graag iets nieuws leren. Hun spontane nieuwsgierigheid stimuleert hen om zich vragen te stellen en het probleem haarfijn uit te pluizen. Dit zorgt ervoor dat wat ze leren beter en langer onthouden wordt’, zegt Catherine Roden, PXL-Education.
Beelden spreken meer dan woorden en nodigen uit tot taalspel. Wanneer je het woord ‘neus’ aanleert, zou je ook eens een oor kunnen tekenen op de plaats van een neus.
Muzikale en visuele expressie
Vaak komen kinderen via verschillende wegen tot eenzelfde oplossing. Wanneer ze experimenteren met muziek of als ze nieuwe materialen en technieken uitproberen om hun werk vorm te geven, doorlopen ze een vergelijkbaar proces. Door met al hun zintuigen hun omgeving te observeren, ontdekken ze nieuwe mogelijkheden. Bovendien prikkelen beelden de fantasie van de kinderen. ‘Moedig kinderen aan om in hun tekening elementen van hun eigen cultuur te verwerken en zet in op wat verbindt. Dit stimuleert de groei naar een open en tolerante houding’, aldus Kris Nauwelaerts, PXL-MAD. ‘Beelden spreken meer dan woorden en nodigen uit tot taalspel. Wanneer je het woord ‘neus’ aanleert, zou je ook eens een oor kunnen tekenen op de plaats van een neus.’
Thuistaal: verboden te verbieden
Kinderen hebben een natuurlijke drang om te communiceren over nieuwe dingen die ze zelf hebben ontdekt of gecreëerd: een uitgelezen moment om taal aan te leren. De uitdaging bestaat erin kinderen nieuwe woorden aan te bieden die ze meteen kunnen gebruiken. Ze kunnen met beelden en gebaren iets aan elkaar duidelijk maken wat ze met woorden nog niet kunnen uitdrukken. Het is een grote valkuil om te denken dat kinderen die de schooltaal onvoldoende beheersen, ook inhoudelijk zwakker zijn. Het is niet omdat je iets niet onder woorden kan brengen, dat je het niet kan. ‘Hoe beter een kind de thuistaal beheerst, hoe vlotter de taalverwerving van andere talen verloopt. Daarom is het zo belangrijk dat ook hiervoor aandacht is op school. Bovendien is je moedertaal een belangrijk gedeelte van je culturele identiteit. Uit onderzoek blijkt dat als je de thuistaal volledig verbiedt op school, het kind zich niet geaccepteerd voelt. Dit heeft een belangrijke impact op het welbevinden en de betrokkenheid in de klas’, zegt Karen Reekmans, PXL-Education. ‘Als kinderen zich goed voelen op school, leren ze gemakkelijker.’ Meertaligheid is dus geen beperking, maar een verrijking.
Het is niet omdat je iets niet onder woorden kan brengen, dat je het niet kan.
Het verhaal van Sam
‘Onze studenten moeten activiteiten ontwikkelen die aanstekelijk werken’, stelt Gert Decoster, PXL-Music. ‘Dit doen de studenten door de kinderen op een actieve en fantasievolle manier te laten spelen met muziek, drama en beeld.’ Een mooi voorbeeld hiervan is het ‘verhaal van Sam’, een workshop uitgewerkt door studenten Ben Mertens (PXL-Education), Rob Derickx (PXL-MAD) en Mathieu Ceron (PXL-Music). Ze lieten de anderstalige nieuwkomers een muzikaal beeldverhaal maken over emoties. Rob tekende illustraties die de verschillende emoties weergaven, Mathieu maakte een klankenpallet die de kinderen konden manipuleren en Ben dacht na hoe hij met expressie en gebaren de betekenis van de nieuwe woorden nog kon verduidelijken. Dankzij deze rijke aanpak pikten de kinderen in een mum van tijd de nieuwe woorden op. Daarna gingen ze aan de slag om hun eigen verhaal te creëren. Ze maakten maskers waarop ze zelf verschillende emoties duidelijk weergaven. Deze emoties werden versterkt met gebaren, expressie en zelf gecomponeerde muziek. De kinderen deden hun uiterste best om ook met de nieuw aangeleerde woordenschat hun ervaringen te delen en werkten heel enthousiast mee.
Resultaten
Wat heeft het onderzoek tot dusver opgeleverd? De onderzoeksgroep heeft de raakvlakken tussen taal, beeld, muziek en actief leren in de vorm van sleutelbegrippen in een ‘kader taalCULTuur’ gegoten. Op basis hiervan werkten verschillende studenten en de vier onderzoekers een achttal workshops uit die in Limburgse lagere scholen met anderstalige nieuwkomers werden uitgetest. Zij merken dat beelden, gebaren, expressie en muziek het taalbegrip vergemakkelijken. De workshops nodigen de kinderen uit om op hun manier te spelen met taal, beeld en muziek. Doordat de onderzoekers vooraf een aantal woorden selecteren die vaak herhaald worden tijdens de workshop, merken ze dat de kinderen deze woorden zelf ook makkelijk gebruiken. De workshops hebben bovendien een positief effect op hun welbevinden. De eerste onderzoeksresultaten worden in november voorgesteld op twee congressen en verschijnen in het vaktijdschrift ‘School- en klaspraktijk’ van december 2016.