Over ventilatie bestaan er veel fabels, indianenverhalen, urban legends en andere halve waarheden. Enkele hardnekkige fabels worden zelfs door professionals in stand gehouden. In deze eerste reeks ‘Fabels en feiten’ onder meer het openen van vensters en het geluid bij instortsystemen
Fabel: het venster mag niet open
Er wordt wel eens gezegd dat je ventilatiesysteem niet meer correct werkt wanneer je één of twee vensters openzet. Het klopt op zich wel dat het ventilatiedebiet dat in de kamer geblazen of weggezogen wordt, aanzienlijk kan veranderen door het openen van een venster. Maar het is geen probleem om dit te doen. Je ventilatiesysteem (ongeacht het type: A, B, C of D) gaat hier niet stuk van en ook het energieverbruik zal niet noemenswaardig wijzigen.
Als je een venster openzet, dan doe je dat met een reden. Als de buitenluchtkwaliteit goed is en het is bijvoorbeeld aangenaam weer, dan is er dus geen enkel probleem om je venster even te openen voor wat extra verse lucht.
Op een ijskoude winterdag een paar vensters op de slaapkamer openzetten, zal voor aanzienlijk hogere verwarmingskosten zorgen. Dat is niet iets waar iedereen voor te vinden is. Op een snikhete zomerdag de vensters openzetten in volle zon, zal ook niet helpen om je huis af te koelen. Als je echter diezelfde avond je vensters opendoet wanneer het wat afgekoeld is, dan valt dat gewoon onder de noemer ‘gezond verstand’.
Halve waarheid: een instortsysteem is beter voor het geluid
Zorgt een instortsysteem ervoor dat je ventilatie minder geluid produceert, zoals vaak gezegd wordt? Wel, helemaal onwaar is dat inderdaad niet. Door het gebruik van kleinere kanalen wordt geluid van het ventilatiesysteem beter tegengehouden. Bovendien wordt door de typische stervormige opbouw – van collector naar toe- of afvoerpunt – ook overspraak tussen ruimten onderling beperkt.
De grotere tegenwerking tegen de overdracht van geluid (van het toestel of tussen ruimten onderling) heeft een belangrijke oorzaak: de grootte van de kanalen. Hoe kleiner de kanalen, hoe beter de demping. Wanneer je de kanalen echter klein maakt, zullen ze meer weerstand bieden tegen de luchtverplaatsing. Het resultaat van goed dempende instortkanalen is dus een groter energieverbruik van je ventilatiesysteem.
Bovendien is het voor de grotere (meestal spiraalkoker)kanalen geen probleem om een geluidsdemper te plaatsen. Deze veroorzaken zelfs bij een maximaal debiet slechts een beperkte druktoename.
De halve waarheid is dat je moet kiezen: ofwel een hoger energieverbruik met kanalen die op zich goed geluid dempen, ofwel een lager energieverbruik met extra kosten voor geluidsdempers.
Fabel: ventilatie steeds gebruiken in de inregelstand
Je mag je ventilatiesysteem gebruiken in elke stand die je wilt. Als je liever het toestel op de laagste stand zet als je gaat slapen, dan mag dat. Als je graag de badkamer snel droog krijgt na een douche, dan mag je je ventilatie iets harder zetten, maar je hoeft dat niet noodzakelijk te doen. Als je je ventilatiesysteem altijd op de laagste stand wilt laten staan: feel free to do so.
Merk je na een feestje dat de binnenluchtkwaliteit niet zo geweldig is, dan kan je zelf kiezen of je de ventilatie even iets hoger zet. Je kiest zelf.
De inregelstand van een ventilatiesysteem is dikwijls de maximale stand van het systeem. De wetgeving in ons land is van die aard dat we deze capaciteit moeten kunnen leveren, maar dat we dit niet continu moeten doen. Dit levert voor de meeste gebruiksstanden van het ventilatiesysteem weinig of geen probleem op.
Wil je altijd de beste luchtkwaliteit en toch zo weinig mogelijk energie verbruiken? Gebruik dan sensoren (vocht, koolstofdioxide, aanwezigheid) om je ventilatiesysteem automatisch te laten reageren op vervuiling. Vraaggestuurde C- en D-systemen zijn al jaren op de markt en doen hun werk uitstekend. Je hoeft je bij die systemen ook geen zorgen meer te maken over de stand van je ventilatie.
Indianenverhaal: een instortsysteem is niet te reinigen
Als jouw instortsysteem opgebouwd is in een stervorm vanuit een collector, dan bepaalt de diameter van het kanaal of een reiniging gemakkelijk of moeilijk is. Als er bij het plaatsen van de instortkanalen fouten gemaakt zijn, dan kan reiniging erg moeilijk worden. Instortkanalen worden daarom het best zo kort mogelijk gehouden en met zo weinig mogelijk bochten geplaatst. Dat je daardoor ook minder tegendruk zal hebben en minder energie verbruikt, zal je niet verbazen. Een doordacht ventilatieontwerp met instortkanalen, levert je dus achteraf ook geen probleem met onderhoud op.
In een tweede reeks ‘Fabels en feiten’ ga ik binnenkort in op een van de grootste urban legends die over ventilatie de ronde doen: ‘ik word ziek van mijn ventilatiesysteem’.
De reeks ‘Fabels en feiten over ventilatie’ van PXL-ventilatiespecialist Andy Camps verscheen eerder ook al op de woonwebsite Habitos. Meer ventilatieadviezen van hem vind je hier.
Andy Camps is ook zaakvoerder van Luchtwinkel. Neem zeker een kijkje!
