“Ik heb nog nooit nee gezegd in mijn carrière”

door Frank Joosten
1,4K views
Paul Martens, directeur Beleidscoördinatie, Onderzoek & Dienstverlening, met pensioen. Foto: Frank Joosten

Over exact één week trekt Paul Martens (60), dé beleidsstrateeg van dit huis, zijn PXL-bureaudeur definitief achter zich dicht. Maar tijd om echt met pensioen te gaan en op z’n lauweren te rusten, heeft hij niet. Een gesprek vol passie, ambitie en bloed dat kruipt waar het niet gaan kan…

Een donderdag in september, onder een zalig nazomerzonnetje. Het is vier uur ‘s namiddags, maar Paul Martens eet op z’n kantoor – met de haast en gretigheid die hem kenmerkt – z’n eerste boterhammen van de dag. “Ik werk eigenlijk dag en nacht”, zegt hij lichtjes verontschuldigend. “Een hele dag besprekingen en vergaderingen, zonder echte pauze: dan gebeurt het geregeld dat ik ’s middags vergeet te eten. Verder dan één klein hapje was ik vanmiddag niet geraakt.” (lacht)

Passie

PXL eXperts: Die gretigheid waarmee je van het ene naar het andere overleg holt, heb je die altijd gehad? Was de Paul Martens van pakweg 40 jaar geleden ook al zo?

Paul Martens: Oh ja, dat hyperkinetische heeft er altijd in gezeten. Als ik terugkijk op m’n schooljeugd: van jongsaf was ik heel actief, extravert en open. Ik voelde me behoorlijk goed in m’n vel, al moet ik toegeven dat er ook periodes waren waarin vooral m’n leerkrachten niet zo goed overweg konden met mij. Stilzitten op een bank, acht uur aan een stuk, dat was echt niet m’n ding. Ik ging wel graag naar school, hoor, maar niet voor de studies, wel voor alle andere dingen (lachje). Ik verkende gretig en nieuwsgierig zowat alles wat bestond. Passie voor onderzoek, eigenlijk, maar op dat moment nog geen wetenschappelijk onderzoek, natuurlijk…

PXL eXperts: Dat wetenschappelijk onderzoek, dat kwam er later, toen je na je studies biologische wetenschappen in Diepenbeek en Gent assistent werd aan het LUC (nu UHasselt, n.v.d.r.) en een doctoraat begon…

Paul Martens: Klopt. Qua studieresultaten scoorde ik op de universiteit sowieso veel beter dan in het lager en middelbaar. Zo rond m’n zeventiende ben ik een autodidact geworden: vanaf toen begonnen studies me intrinsiek te interesseren en was de trein echt vertrokken. Ik heb me op de universiteit altijd goed geamuseerd; ik kon er heel breed onderzoek doen, behaalde er in 1988 mijn doctoraat, gaf er les als assistent en zat er in het facultair en departementaal bestuur. Afwisselend en boeiend werk…

Speeltuin

PXL eXperts: Medio jaren tachtig kwam je bij toeval in het provinciaal hoger onderwijs terecht.

Paul Martens: Ja, ze zochten iemand om ’s zaterdags les te geven en ik kon geen nee zeggen. Da’s eigenlijk een beetje de rode draad in m’n leven: er diende zich onderweg altijd wel iets nieuws aan. Ik heb nooit voor een job gesolliciteerd bij een nieuwe werkgever, maar ben altijd van het ene in het andere gerold. Niet zomaar lukraak natuurlijk, maar toch: ik kreeg elke keer de gelegenheid om nieuwe horizonten te verkennen, nieuwe ervaringen op te doen. In dat provinciaal hoger onderwijs werd ik na een tijdje met enige verwondering bekeken, omdat ik lesopdrachten in heel uiteenlopende instituten combineerde – biotechniek, verpleegkunde, handel, architectuur – en tegelijkertijd ook nog als onderzoeker actief was aan de universiteit. Ze hebben me in die periode zowat overal gezien (lacht).

Vooral aan m’n tijd bij de PIBO-campus in Tongeren (Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs, n.v.d.r.) koester ik warme herinneringen. Dat was voor mij echt een speeltuin, in de goeie zin van het woord. We stampten daar met behulp van collega’s en de nodige investeringen uit het niets twee laboratoria uit de grond, richtten een vzw op en bouwden de proefveldwerking wetenschappelijk uit. Dat was echt een heel dynamische tijd. Ik was toen al meer bezig met organisatie en ontwikkeling dan met lesgeven: de aanloop naar een beleidsfunctie.

Ik heb nooit voor een job gesolliciteerd bij een nieuwe werkgever, maar ben altijd van het ene in het andere gerold.

PXL eXperts: Ook al ben je jarenlang het algemene PXL-boegbeeld van onderzoek en dienstverlening geweest, toch zal je altijd een speciale verbondenheid voelen met de wereld van agro- en biotechnologie, vermoed ik?

Paul Martens: Ja, dat is zo, je verleden kun je niet uitvegen. En wat die band nog versterkt heeft, is het feit dat we met het departement biotechniek echt wel hebben moeten vechten voor onze toekomst. In de jaren negentig stond er druk op de ketel: er was veel te weinig instroom van studenten uit de primaire landbouw, gericht op die sector. Dan is er maar één oplossing: tonen dat je een kwaliteitsvolle opleiding hebt en creatief zijn. Dat hebben we gedaan door nieuwe afstudeerrichtingen te ontwikkelen met authentieke projecten, opdrachtgestuurd onderwijs, concrete cases en een bachelorproef avant la lettre. Nu lijkt dat binnen het PXL-onderwijs allemaal mainstream – en gelukkig maar – maar in die tijd was dat vrij revolutionair. Zonder te willen opscheppen: ik denk dat het departement biotechniek toen z’n tijd vooruit was.

DNA

PXL eXperts: Je bent zelf goed geplaatst om het hoger onderwijs van pakweg twintig jaar geleden met dat van nu te vergelijken. Zijn die verschillen groot?

Paul Martens: Tja, kun je dat wel vergelijken? Heeft het veel zin om de PHL van vroeger te vergelijken met de PXL van nu? Ik vind van niet. De tijdsgeest is helemaal anders, dus uiteraard zijn er veel verschillen, maar zoiets maakt elke organisatie mee. Misschien kijk ik nog het liefst naar datgene wat in de loop der jaren hetzelfde gebleven is en waarover we tijdens de fusiebesprekingen lang gediscussieerd, gewikt en gewogen hebben: de herkenbaarheid van onze departementen, met geclusterde opleidingen uit hetzelfde maatschappelijke domein. Bij PXL studeer je HealthcareBusiness of Education, net als vroeger, toen dat nog aparte provinciale instituten waren. Het zijn misschien Engelse termen, maar iedereen – onze studenten, hun ouders en de buitenwereld – begrijpt die structuur. En het stelt ons in staat om die departementen ook een autonomie te geven, waardoor ze hun eigen netwerk met de professionele wereld kunnen uitbouwen en de vinger aan de pols kunnen houden. Liever zo’n structuur dan een hogeschool met vier mastodontfaculteiten waar duizenden studenten rondlopen. Wat zegt dat, een 18-jarige die aan de faculteit ‘Mens’ studeert?

In de toekomst zal kennis – nog meer dan nu – vergaard worden via een netwerk.

PXL eXperts: Je liet juist het woord ‘netwerk’ vallen en staat ook binnen PXL bekend als een netwerker en bruggenbouwer. Is dat netwerken het belangrijkste DNA van Hogeschool PXL?

Paul Martens: Het belangrijkste? Dat weet ik niet. Maar belangrijk? Uiteraard, zonder meer. Het is vooral van belang hoe onze samenleving evolueert en dan kun je er niet naast kijken: in de toekomst zal kennis – nog meer dan nu – vergaard worden via een netwerk. Niet alleen een digitaal netwerk, maar ook en vooral relationeel: leren van elkaar, via cases, via concrete projecten. Dat tastbare: daar hebben we als hogeschool veel nood aan. Het is geen toeval dat heel veel projecten die tot innovatie leiden over samenwerking, multidisciplinariteit en cocreatie gaan. Cocreatie, kennis delen en uitwisselen: dat is de toekomst en dat maakt ons sterker…

PXL-Congress, het uithangbord van de ‘Hogeschool met het netwerk’.

PXL eXperts: Als je terugkijkt op je laatste jaren, waarop lag dan het accent? Onderzoek en dienstverlening, beleidscoördinatie, de associatie?

Paul Martens: Dat is moeilijk te zeggen: het had allemaal veel met elkaar te maken. Ik had graag meer aandacht gespendeerd aan de uitbouw van het onderzoek, maar mee aan het roer zitten van de academisering, de integratie, de fusie, de uitbouw van kwaliteitszorg en de voorbereiding van de instellingsreview zijn nu eenmaal belangrijke uitdagingen die veel tijd vergen. We hebben zeker veel tijd gestoken in de associatie, aangezien we allen vonden dat de UHasselt versterkt uit dit verhaal moest komen. Limburg heeft recht op een sterke universiteit. Natuurlijk blijf ik hopen dat de associatie in de toekomst de juiste keuzes maakt, zodat niet alleen de UHasselt, maar ook PXL aan dynamiek blijft toenemenen en dit steeds met een knipoog naar meer samenwerking over de instellingen en netten heen.

Die te grote aandacht voor de associatie, de fusie en de integratie, heb ik na de fusie willen compenseren door het onderzoeksbeleid te hertekenen. We hebben expertisecentra uitgebouwd met een grotere autonomie, maar dus ook een grotere verantwoordelijkheid. Op die manier kunnen we onze expertise nog meer en beter delen met de buitenwereld.

Ik wil in de toekomst de vrijheid om betere, gerichtere keuzes te maken.

Tweede carrière

PXL eXperts: Je hebt geregeld ‘ons’ en ‘wij’ gezegd tijdens dit interview. Officieel heet dit een afscheidsinterview te zijn, maar ook na je pensioen zal je geregeld op PXL te zien zijn, want je start nu een tweede carrière, als zelfstandig consultant.

Paul Martens: Klopt. Weet je, ik heb al enkele jaren geleden voor mezelf uitgemaakt dat ik – zodra het kon – keuzes wilde maken om een aantal dingen niet meer te doen. Ik heb nooit nee gezegd in m’n hele carrière en ben daardoor enorm veel uitdagingen aangegaan, met een bomvolle agenda tot gevolg. Da’s op zich geen probleem – ik leef voor m’n werk en heb een fantastische echtgenote die me daarin steunt – maar ik had het gevoel dat ik me toch ergens ook tegen mezelf moest beschermen. Niet door te stoppen met werken – dat zou ik toch niet overleven – wel door in de toekomst betere, gerichtere keuzes te maken. Ik wil bruggen blijven bouwen, visies ontwikkelen, inhoudelijke plannen smeden en strategieën uitwerken, zonder bezig te hoeven zijn met kleine, operationele, logistieke problemen die de laatste jaren vaak nog m’n avonden bepaalden. Na een dag vol overlegmomenten, denkoefeningen en onderhandelingen thuiskomen en dan nog honderd mails moeten beantwoorden: dat viel me de laatste tijd toch wat zwaar en ik moet ook eerlijk toegeven dat dat soort zaken m’n jongere collega’s beter afgaat. Als consultant krijg ik de kans om me te focussen en m’n expertise en ervaring op een gerichte manier door te geven. Ik ga zowel met PXL als met andere externe partijen samenwerken en heb nu al twee hoofdopdrachten op m’n agenda staan. Ik zal dus niet ver weg zijn…

PXL eXperts: Slotvraagje. Je opvolgster, Astrid Hannes, is bekend en intussen ook helemaal ingewerkt. Heb je een gouden tip voor haar en – bij uitbreiding – voor je onderzoeksteams?

Paul Martens: De enige tip die ik kan geven, luidt: ‘Blijf jezelf’. Als je jezelf bent, voel je je goed en lever je je meest kwaliteitsvolle werk af. Da’s ook de rode draad in m’n eigen carrière geweest. Trouwens, ik ben heel blij met Astrid als opvolgster. Ik ben er zeker van dat zij met haar andere insteek, haar internationale netwerk en haar drive voor een nieuwe dynamiek zal zorgen en daar kan PXL alleen maar wel bij varen. De afgelopen twee jaar hebben we een nieuw onderzoeksbeleid geïmplementeerd met nieuwe centra en onderzoekshoofden; samen met dit team kan en zal zij dit nieuwe beleid zeker kleuren…

PXL eXperts: Bedankt voor dit interview.

Epiloog

Na het interview, een korte blik op zijn doctoraal proefschrift over platwormen en een hele rits smakelijke anekdotes over zijn zelf geredigeerde PIBO-infomagazine uit langvervlogen tijden (“gemaakt met een desktoppublishingsysteem dat ze toen zelfs op Het Belang van Limburg nog niet hadden gezien”) wandelen uw dienaar en Paul Martens de trap van PXL-gebouw A af. “Nog één iets”, zegt hij plots. “Ga je ervoor zorgen dat het geen ‘stoefverhaal’ wordt? Want dat wil ik echt niet. Alles wat we met PXL verwezenlijkt hebben, hebben we als team gerealiseerd.” “Komt in orde”, zeg ik. Waarop hij afscheid neemt en met fikse tred de straat oversteekt, op weg naar z’n volgende meeting…

Curriculum vitae Paul Martens

Geboren Hasselt, 16 april 1956

Getrouwd, drie kinderen

Loopbaan

Paul Martens

2013-2016: Directeur Beleidscoördinatie, Onderzoek & Dienstverlening (Hogeschool PXL)

2007-2013: Directeur Onderzoek & Dienstverlening (Provinciale Hogeschool Limburg)

1995-2007: Departementshoofd Biotechniek (Provinciale Hogeschool Limburg)

1985-1995: Diverse beleids- en onderwijsfuncties in Limburgse instellingen provinciaal hoger onderwijs

1980-1988: Assistent (LUC, nu Universiteit Hasselt)

Medeoprichter van vzw PIBO-campus en vzw CNL

Studies

1980-1988: Doctor in de wetenschappen (RUG, nu Universiteit Gent)

1985-1986: Geaggregeerde hoger secundair onderwijs (KULeuven)

1978-1980: Licentiaat wetenschappen: biologie (RUG, nu Universiteit Gent

1976-1978: Kandidaat wetenschappen: biologie (LUC, nu Universiteit Hasselt)

Uitsmijtertje: drie korte, licht verteerbare vragen

PXL eXperts: Kun je – als een goed wetenschapscommunicator – beknopt uitleggen wat het onderwerp van je doctoraat was?

Paul Martens: M’n doctoraat ging over morfologie en systematiek bij platwormen. Als je over het strand loopt, dan trap je – tussen al die zandkorreltjes door – op miljoenen microscopisch kleine platwormen. Ik heb die micro-organismen beschreven en geclassificeerd, met als doel zicht te krijgen op de evolutie van die groep.

PXL eXperts: Je hebt tijdens de VOKA Chambers Trophy heel wat beproevingen doorstaan, van benjispringen tot een rodeotochtje. Wat was de zwaarste proef uit je carrière?

Paul Martens: Misschien niet de zwaarste, maar wel de meest markante proef: die keer dat we met een katapult naar boven geschoten werden. Er waren twee katapulttoestellen, maar één daarvan bleek defect te zijn. We moesten een halfuur wachten vooraleer het toestel gerepareerd was en nogal wat deelnemers raakten in paniek: ze wilden het niet meer doen. Ik weet nog dat ik toen heel rationeel en rustig, maar ook met meer empathie dan mij doorgaans toegedicht wordt, gereageerd heb. Toen het toestel eenmaal hersteld was, heb ik me dus ook maar als eerste laten katapulteren…

PXL eXperts: Wat is je lievelingsgerecht van PXL-Catering?

Paul Martens: Hoewel PXL-Catering onder mijn bevoegdheid viel, moet ik hierop jammer genoeg het antwoord schuldig blijven, aangezien ik geen regelmatige bezoeker was van het studentenrestaurant. Ik heb al die jaren braafjes op m’n kantoor m’n boterhammen opgegeten, ook en vooral omdat ik op die manier ’s avonds – vóór m’n avondwerk – het genoegen had om samen met m’n echtgenote de dag te overlopen, genietend van een met veel liefde bereid warm avondmaal. Maar dit gezegd zijnde: ik ben uiteraard genoeg in PXL-Catering geweest om te weten dat alles wat daar geserveerd wordt, van uitstekende kwaliteit is. PXL-Catering is nu eenmaal één van de troeven van PXL en past mooi in de visie ‘Hogeschool met het netwerk’.

Aanbevolen berichten