Vijf nuttige groendaktips: van idee tot aanleg

door Carmen Van Mechelen
2,5K views
Het ene groendak is het andere niet. Carmen Van Mechelen (PXL-lector Groenmanagement en onderzoeker PXL BIO-Research) geeft tekst en uitleg. Fotocredit: Canopy Groendaken en Groengevels.

Dat een groendak flink wat voordelen biedt, hoeven we u wellicht niet meer te vertellen. Als u met het idee speelt om zelf een groendak aan te leggen (of voor wie minder groene vingers heeft: te laten aanleggen), dan heeft u zeker al ruim info gevonden op het wereldwijde web. Zo weet u al dat groendaken in de zomer als natuurlijke airco werken, dat uw dak langer zal meegaan, dat een groendak meer groene ruimte en dus biodiversiteit creëert en dat u hiermee extra water kan opslaan voor hergebruik in tuin of toilet. Toch is het ene groendak het andere niet. We lichten in dit artikel graag enkele zaken toe die u het best op voorhand in overweging neemt.

Tip 1. Het kan gerust iets meer zijn

Heeft u zich al afgevraagd waarom u precies een groendak wil aanleggen? Met andere woorden, wat wordt de hoofdfunctie van uw groendak? Een van de meest voor de hand liggende redenen: omdat het wettelijk gezien moet, omdat het zo bepaald is in de vergunning bij nieuwbouw of renovatie. Veel woningeigenaars gaan dan voor een basic oplossing: een dunne substraatlaag met vetplanten erop, met eronder een niet waterbufferende drainagelaag. Wellicht de goedkoopste oplossing, maar zeker niet de interessantste. Een hele waaier aan opties ligt voorhanden, die alle een extra meerwaarde aan het groendak bieden. We sommen er enkele voor u op:

  • Combi groendak met zonnepanelen: zeker interessant als u een optimale energieperformantie van uw zonnepanelen wil! Wist u dat de extra energieopbrengst tot wel 6% oploopt door planten onder de zonnepanelen te voorzien? Een win-winsituatie, zowel voor uw portefeuille als voor de biodiversiteit.
  • Groenblauw dak: hier ligt de focus op extra wateropslag. Zeker in steden, waar de riolering het bij hevige regenval wel eens moeilijk krijgt. Extra voordeel is dat het opgevangen water op het dak ervoor zorgt dat de planten tijdens droogte langer groen blijven.
  • Recreatiedak: Deze daken worden ook wel intensieve groendaken of daktuinen genoemd. Bedoeling is dat er ook ruimte is om op het groendak te vertoeven en er zo van dichtbij van te genieten. Een moestuindak hoort hier ook wel thuis, onder de noemer ‘stadslandbouw’.
  • Natuurdak, om de biodiversiteit een boost te geven. Het ontwerp maakt dan een mix van vetplanten, kruiden en grassen mogelijk. De voorkeur gaat uit naar lokale, inheemse plantensoorten: deze trekken op hun beurt weer nuttige insecten aan. Wilt u die insecten nog een handje helpen, dan kan u ook een hoopje stenen leggen, of een blok hout, een zandhoop, een wildebijenkast enz.

Heeft u trouwens een hellend dak? Ook op daken met een helling tot 45° zijn groendaken mogelijk.

Links: recreatiedak. Rechts: natuurdak. Fotocredits: Canopy Groendaken en Groengevels.

Tip 2. Bezint eer ge begint

Hebben we u kunnen overtuigen met een van de voorgestelde opties? Dan dient eerst de huidige toestand van uw dak te worden nagegaan. De meeste daken kunnen een permanente belasting tot 100 à 150 kg/m² aan. Vaak ligt er op het dak extra ballast zoals grind, wat uiteraard ook een aanzienlijk  gewicht heeft. Het groendak kan dan eenvoudig de plaats van het grind innemen. De basic groendakoptie – ook wel extensief groendak genoemd – is in de meeste gevallen zeker haalbaar. De opties met extra biodiversiteit, wateropslag of recreatie zijn nu eenmaal niet voor ieder dak weggelegd, of toch niet zonder extra (kostelijke) ingrepen om de draagkracht te verhogen.

Zit u met een nieuwbouwproject, dan kan hier vanaf de ontwerpfase al mee rekening worden gehouden. In ieder geval raadpleegt u het best een specialist die de nodige draagkracht berekent, of die een evaluatie doet van het bestaande dak. Eventuele lekkages kunnen zo ook opgespoord worden, zodat dit nadien niet voor onaangename verrassingen zorgt. Architecten, studiebureaus of stabiliteitsingenieurs zijn de geschikte aanspreekpunten. Groendakaannemers hebben trouwens zelf vaak iemand in dienst die dit voor uw project kan nakijken. Vraag het dus het best op voorhand na. Bij uw gemeente dient u ook na te kijken of er een bouwvergunning nodig is dan wel enkel een melding van het nieuwe groendak.

Tip 3. De ene grond is de andere niet

Voor groendaken wordt een speciaal, licht ‘substraat’ gebruikt. Het substraat is een van de belangrijkste technische lagen van het groendak, omdat het dient voor de verankering van de plantenwortels, omdat het water en voedingsstoffen vasthoudt, maar ook overtollig water moet draineren. Een groendaksubstraat is een natuurlijk en kwalitatief samengesteld product bestaande uit hoofdzakelijk – en bij voorkeur gerecycleerde – minerale componenten, aangevuld met organische materialen, en initieel vrij van zware metalen, plantenzaden en meststoffen. Ga dus absoluut niet experimenteren met standaard potgrond of de aanwezige tuingrond. Om een succes- en kwaliteitsvol groendak te verkrijgen, wordt een substraatdikte van minstens 8 cm aangeraden. Afhankelijk van de sterke/minder sterke plaatsen op het dak, kan u de dikte wat variëren, van iets minder dan 8 cm tot een dikte van 15 cm of zelfs meer. Algemeen geldt: hoe dikker het substraat, hoe beter. Maar uiteraard ook hoe zwaarder…

Tip 4. Een groendak is onderhoudsarm, niet onderhoudsvrij

Zodra u een groendak heeft, is het ook belangrijk te beseffen dat dit toch ook wat onderhoud vraagt. Wilt u niet plots geconfronteerd worden met een verstopte afvoer, lekkage of andere ongemakken die hun oorsprong op het dak vinden, dan is het wenselijk om zeker twee keer per jaar een controle uit te voeren. Dit hoeft trouwens niet tijds- en arbeidsintensief te zijn. Voor de meeste groendaken houdt het onderhoud hoofdzakelijk in dat de afvoer en vegetatievrije stroken vrij worden gemaakt van bladresten, en dat u nagaat of er geen ongewenste planten op het dak beginnen te groeien. Met ongewenste planten bedoelen we houtige planten die met hun sterke wortels wel eens de onderliggende technische lagen kunnen doorboren. Kruiden zoals bijvoorbeeld paardenbloem of madeliefje mogen gerust blijven staan. Die komen de biodiversiteit zelfs ten goede, en verdwijnen vaak weer vanzelf, omdat de omgeving voor hen niet geschikt is. Vaak wordt ook één keer per jaar een speciale, traag werkende meststof aangebracht. Zelf geen groene vingers of wat last van hoogtevrees? U kan ook een onderhoudscontract afsluiten met een groendakfirma. Dat is eens zo handig.

Een groendak vóór (links) en na (rechts) het jaarlijkse onderhoud van de planten. Fotocredits: Groenpalet.

Tip 5. Je staat er niet alleen voor

Klinkt dit u allemaal wel aantrekkelijk in de oren, maar bent u bang dat het financiële plaatje u zal doen afzien van de aanleg van een groendak? Dan is het interessant om te weten dat u aanspraak kan maken op verschillende soorten subsidies, premies of andere ruggensteuntjes. Denk bijvoorbeeld aan een renovatiepremie of een groepsaankoop. Check de premies en de gekoppelde voorwaarden die uw stad of gemeente voorziet online via www.premiezoeker.be. Zo biedt Stad Antwerpen nu via de nieuwe klimaatpremie een extra bonus bovenop de basispremie als u voor een groendak kiest met extra natuurwaarde of wateropslagcapaciteit. Mooi meegenomen toch?


De inzichten uit dit artikel komen voort uit het project Green Roofs Up!, een samenwerking tussen Hogeschool PXL, UHasselt en WTCB, met financiële steun van VLAIO. Vond u dit artikel interessant en wil u wel wat meer weten over wat groendaken te bieden hebben en hoe ze technisch in elkaar zitten? Volg dan zeker de online lezing SDG@Green&Tech ‘Klimaatneutrale stad zoekt kwalitatief groendak’ op 6 mei 2021 om 18.00 u. U kan zich gratis inschrijven via deze link. Voor de lezing ontvangt u een mail met deelnamelink.

Carmen Van Mechelen / lector Groenmanagement Hogeschool PXL & projectcoördinator Green Roofs Up! / carmen.vanmechelen@pxl.be

Aanbevolen berichten