Zindelijkheidseis van minister Weyts gaat meer dan één stap te ver

door Natalie Boelen
863 views
‘De discussie zou niet moeten gaan over zindelijkheid. Ze zou wel moeten gaan over zorgen én leren, over een warme instap voor de kleuters met oog voor welbevinden van alle kinderen, hun ouders én hun leerkrachten’, aldus Natalie Boelen (PXL-Education). Foto: Pexels (rechtenvrij)

Graag een kop koffie binnen 5 minuten, ober. Graag morgen een tuin zonder onkruid, tuinman. En graag zindelijke kleuters voor de start van het kleuteronderwijs, ouders. Moet kunnen, ware het niet dat de ontwikkeling van een kind geen kopje koffie is.

Op 30 maanden, ofwel 2,5 jaar, is 76 procent van de kinderen zindelijk. Op 36 maanden, ofwel 3 jaar, stijgt het aantal naar 93 procent. Dat is de opvallendste vaststelling van het grootschalige onderzoek van het Agentschap Opgroeien bij zesduizend ouders en vijfhonderd opvangactoren.

De studie kwam er nadat Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) ouders vroeg om hun kleuters zindelijk te ‘maken’ voor ze starten in de kleuterklas. Nochtans zijn medici en pedagogen het erover eens: we kunnen niet van ieder kind verlangen dat het zindelijk is op 2,5 jaar. De meeste kinderen worden overdag zindelijk tussen de leeftijd van 2 en 4 jaar. Het ene wat vroeger dan het andere. Maar de norm zomaar op 2,5 jaar leggen, dat gaat meer dan één stap te ver.

De natuurlijke ontwikkeling van een kind is geen standaardformule

België is een van de weinige landen waar kinderen op zo’n jonge leeftijd instappen in de kleuterklas. Maar moeten ze daarom hun eigen ontwikkeling bespoedigen? De natuurlijke ontwikkeling van een kind is geen standaardformule. Volgens de jongste pedagogische inzichten ligt de grote meerwaarde net in de individuele benadering van een kind. Lees: het onderwijs zou zich moet aanpassen aan het kind, niet andersom. Waarom zouden we zo veel nodeloze, contraproductieve druk leggen op onze kinderen, hun ouders en de opvoeders?

Onderzoek leert bovendien dat kinderen best onderwijs krijgen waar zorg en leren hand in hand gaan. Zorgmomenten zouden net ook leermomenten moeten zijn. Toiletmomentjes, eetmomentjes enz. bieden kansen tot taalstimulering en zelfs tot wiskundige initiatie. Helaas ligt in ons huidige onderwijssysteem de focus te vaak op leermomenten, en worden de zorgmomenten als minderwaardig beschouwd. En laat het nu net deze zorg zijn die ouders van jonge kinderen zo belangrijk vinden. Eet mijn kind wel op school? Loopt hij niet te lang met een natte broek rond? Is er iemand om mijn kind te troosten als het valt op die grote speelplaats?

Jammer genoeg laat ons onderwijssysteem hier steken vallen. Een kleuterleerkracht met tot dertig kleuters is al blij als ieder kind op een toilet geraakt en zijn of haar jas aan heeft voor het naar buiten loopt. Vaak is er geen ruimte om zorg en leren te combineren. Alleen een ware superheld kan deze taak volbrengen. En kleuterleerkrachten zijn helden: ze proberen onze kinderen de beste zorg én leermomenten te geven. Maar bemoeilijkt door het systeem zelf, lijken zelfs deze helden te verdrinken.

Kortom, de discussie zou niet moeten gaan over zindelijkheid. Ze zou wel moeten gaan over zorgen én leren, over een warme instap voor de kleuters met oog voor welbevinden van alle kinderen, hun ouders én hun leerkrachten. De extra handen in de kleuterklas zijn hier wel een goed begin, meneer de minister, maar we zijn er nog (lang) niet.

Contact: natalie.boelen@pxl.be

Dit opiniestuk verscheen eerder in Het Belang van LImburg.

Aanbevolen berichten