Bewegend leren houdt kinderen fysiek én mentaal scherp

door Frank Joosten
2,5K views
Kinderen laten bewegen terwijl ze leren: twee vliegen in één klap

School: een plaats waar kinderen stilzitten en luisteren? Niet als het van PXL-onderzoekers Marie Vandebroek, Dorien Wassink en Cindy Rutten afhangt. Zij breken een lans voor ‘bewegend leren’ in het basisonderwijs: mens sana in corpore sano. De Romeinen wisten het al; nu ons onderwijs nog…

Eén op de zeven kleine kinderen heeft last van overgewicht. Per dag zitten ze bijna zes en een half uur stil, ongeveer de helft van de tijd die ze wakker doorbrengen. Alarmerende cijfers die om bezinning en actie vragen, en die ook ons onderwijs aanbelangen: hoe krijgen we onze kinderen aan het bewegen? PXL eXperts sprak met Marie Vandebroek, Dorien Wassink en Cindy Rutten, onderzoekers binnen de PXL-lerarenopleiding en auteurs van ‘Leren in beweging’ (Acco, 2016).

PXL eXperts: De cijfers liegen niet: kinderen bewegen te weinig. Maar hoe komt dat? Is het de schuld van de iPads en computers die in elke huiskamer staan?

Cindy Rutten: Niet noodzakelijk en zeker niet alleen dat… Je hebt echt heel wat kinderen die graag met een tablet bezig zijn, maar daarnaast ook heel actief zijn en veel bewegen.
Marie Vandebroek: Tablets en computers spelen op zich een rol, daar kun je niet naast kijken. Ouders die laat en vermoeid thuiskomen van hun werk en uit gemakzucht snel ‘ja’ zeggen als hun kinderen computerspelletjes willen spelen: dat is een patroon dat je wel vaker ziet. Maar er zijn inderdaad ook nog andere factoren. Eén belangrijk element: meer en meer kinderen groeien op in een appartement waar er weinig of geen plaats is voor beweging. Kinderen spelen ook niet meer op straat zoals vroeger. Dat zijn factoren die – net als de toename van digitale media, tablets, smartphones en computers – ook een invloed hebben…

PXL eXperts: Ook in ons onderwijs krijgen we leerlingen moeilijk aan het bewegen. In welke zin schiet het onderwijs van vandaag tekort?

Marie Vandebroek: Kinderen krijgen maar twee uur lichamelijke opvoeding per week. Da’s eigenlijk te weinig. De Wereldgezondheidsorganisatie schrijft voor dat kinderen minstens één uur per dag moeten bewegen. Zo niet spreekt men van ‘bewegingsarmoede’. Wel, in Vlaanderen komt momenteel nog niet de helft van de 6- tot 9-jarigen aan dat één uurtje beweging per dag [cijfers van VIGEZ/WIV, zie hieronder]. Bij 10- tot 17-jarigen is het nog dramatischer. Daar moeten we niet alleen thuis, maar ook in onze scholen iets aan doen, zowel in het type onderwijsactiviteiten dat we aanbieden als wat infrastructuur betreft.
Dorien Wassink: In heel wat scholen hinkt die schoolinfrastructuur inderdaad achterop: kleine klasjes, benepen turnzaaltjes en speelplaatsen die veel weg hebben van een betonnen vlakte. Dat nodigt helemaal niet uit om te spelen, te rennen en te ontspannen…

Nu zeggen 18-jarigen als ze afstuderen: ‘Yes, geen LO meer!’. Daar moeten we echt van af. Beweging moet weer fun worden.

PXL eXperts: Is dat een typisch Belgisch fenomeen? Of zien we in andere landen hetzelfde?

Cindy Rutten: Ik zou zeggen: een Europees fenomeen. Ook in andere landen heb je infrastructuur die niet uitnodigt of niet geschikt is om te bewegen.
Marie Vandebroek: Alleen loopt Scandinavië toch wel wat voorop, vind ik. Daar heb je het fenomeen van de buitenklassen, waarbij het bos een soort verlengstuk van de speelplaats wordt. In de Scandinavische landen zijn ze toch wel bewuster met onderwijsruimte bezig…

PXL eXperts: Even inzoomen op jullie expertise: de onderwijsactiviteiten zelf. Jullie hebben een boek geschreven waarin jullie pleiten voor ‘bewegingsintegratie’. Wat houdt dat in?

Dorien Wassink: Bewegingsintegratie betekent dat je bewegingsactiviteiten inbouwt in leergebieden waar dat tot nog toe vaak niet gebeurde, bijvoorbeeld bij wiskunde, wetenschappen en techniek, of taal. In plaats van kinderen te laten stilzitten kan een leerkracht in het kleuteronderwijs de kinderen voor een lesje wiskunde bijvoorbeeld werp- en vangspelletjes laten spelen. Kleuters leren dan de getallen van 1 tot 10 door zakjes in een plaat met genummerde openingen te gooien. Op die manier bewegen de kinderen niet alleen tijdens LO-uren, maar ook in andere lessen.
Marie Vandebroek: Het heeft trouwens ook nog andere voordelen: wanneer je kinderen op een bewegende manier laat leren, dan blijft de leerstof ook cognitief beter ‘hangen’. Onderzoek toont aan dat dankzij de bewegingen de connecties in je hersenen sneller en gemakkelijker gelegd worden.
Dorien Wassink: Als je een kind mondeling een rekensom laat maken, dan blijft dat minder lang hangen dan wanneer datzelfde kind eerst moet bewegen en iets moet doen om die som te berekenen…
Marie Vandebroek: Een ander voorbeeld is een frisbeespel om wetenschappen en techniek aan te brengen. Welke frisbee vliegt het verst: een echte frisbee of een bierviltje? Kinderen leren zo spelenderwijs technieken en materialen vergelijken en op die manier stimuleer je hun onderzoeksvaardigheden.

Marie Vandebroek, Cindy Rutten en Dorien Wassink

PXL eXperts: En de leerkrachten willen jullie volgen in die aanpak?

Cindy Rutten: Dat hopen we toch, ja (lacht). We hebben onze leeractiviteiten uitgebreid door leerkrachten in het kleuteronderwijs laten uittesten en merkten toch echt wel dat leerkrachten enthousiast en spontaan op zoek gingen naar nieuwe mogelijkheden. Da’s ook de bedoeling: die langetermijnvisie en bewustwording bij leerkrachten stimuleren: hoe kunnen we onze kinderen op een andere manier – in beweging – laten leren?
Marie Vandebroek: Ons boek is inderdaad geen puur toepassingsboek, eerder een inspiratiebron die leerkrachten uitnodigt om zelf creatief een aantal stapjes verder vooruit te denken…

PXL eXperts: Het besef dat bewegen belangrijk is, op dat punt kunnen we wellicht nog altijd stappen vooruit zetten?

Marie Vandebroek: Ja, en dat vind ik echt wel essentieel: die bewegingsgezinde attitude bijbrengen, bij de leerkrachten, maar ook bij de kinderen zelf. Kinderen mogen gerust tablets en smartphones gebruiken, maar ze mogen niet lui worden. Ze moeten beseffen dat bewegen iets fijns en iets noodzakelijks is. Nu zeggen 18-jarigen wanneer ze afstuderen: ‘Yes, geen LO meer!’. Daar moeten we echt van af. Beweging moet weer fun zijn.

PXL eXperts: Hoe belangrijk zijn rolmodellen in die bewustwording? Ik heb thuis een zoontje dat de voetbalmicrobe te pakken heeft gekregen dankzij de Rode Duivels…

Marie Vandebroek: Rolmodellen zijn belangrijk. Zo heb je momenteel Tia Hellebaut die meter is van het project ‘One Mile A Day’, een project waarin kinderen elke dag tijdens hun schooluren 1,6 km lopen. Of Kim Clijsters en Kim Gevaert die klassen bezoeken: dat zijn allemaal zaken die helpen.
Cindy Rutten: Je hoeft het trouwens niet per se bij de BV’s te zoeken: ook ouders vervullen de functie van rolmodel. Een sportende papa krijgt z’n zoon of dochter sneller aan het sporten dan een vader die dat niet doet…

PXL eXperts: Slotvraagje. Jullie starten vanaf 1 oktober 2016 met een vervolgproject rond bewegingsintegratie, niet langer voor het kleuter-, maar voor het lager onderwijs. Is dat oude wijn in nieuwe vaten? Of toch een andere insteek?

Dorien Wassink: Dat zal toch een andere insteek worden, want beweging integreren in het curriculum van het lager onderwijs is nog moeilijker en uitdagender dan in het kleuteronderwijs. Kleuterleidsters met wie we intensief hebben samengewerkt voor ons eerste project, hebben het meermaals aangehaald: ‘Wij kunnen en willen gerust wat veranderen, maar waar je echt moet zijn, is het lager onderwijs. Daar moeten kinderen écht stil zijn en stilzitten.’
Marie Vandebroek: We kiezen voor een nieuwe methodologie. Voor het lager onderwijs betrekken we de leerkrachten al van in de brainstormfase in het project, niet alleen bij het uittesten van de leeractiviteiten. De samenwerking zal nog intensiever zijn en we zullen behalve op beweging ook op het welbevinden van de kinderen focussen. Voelen kinderen zich ook beter als ze bewegend kunnen leren? Dat wordt één van de kernvragen. Genoeg verschillen dus om er nieuwe wijn in nieuwe vaten van te maken (lacht)…

PXL eXperts: Alvast veel succes, dames.

Marie Vandebroek, Dorien Wassink & Cindy Rutten (2016). Leren in beweging. Activiteiten bewegingsintegratie voor kleuters. Leuven: Acco. 29,50 euro. Bestellen kan via www.acco.be.

Marie Vandebroek heeft een masterdiploma in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen en een diploma in de Specifieke Lerarenopleiding. Ze is lector lichamelijke opvoeding en onderzoekscoördinator verbonden aan PXL-Education.

Dorien Wassink heeft een masterdiploma in de Pedagogische Wetenschappen en een diploma in de Specifieke Lerarenopleiding Gedragswetenschappen. Ze is lector pedagogie en onderzoeksmedewerker bij PXL-Education.

Cindy Rutten heeft een masterdiploma in de Gezondheidswetenschappen. Ze is doctor in de Bewegingswetenschappen en behaalde een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid. Ze is onderzoeksmedewerker bij PXL-Education.

Op 24 oktober 2016 organiseren de onderzoekers de studiedag ‘Beweeg (in) het basisonderwijs’, als afsluiter van hun PWO-onderzoeksproject. Meer info en een inschrijvingslink vind je hier.

Enkele cijfers

Gemiddelde tijd dat kinderen per dag stilzitten
3 tot 9 jaar 6 uur 27 min
10 tot 17 jaar 8 uur 44 min

Aantal kinderen met overgewicht
jonger dan 10 jaar 1 op 7
10 tot 17 jaar 1 op 5

Percentage kinderen dat dagelijks minstens 60 min matig tot intensief actief beweegt
6 tot 9 jaar 48%
10 tot 17 jaar 29%

Bron: VIGEZ (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw) en WIV (Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid)

Aanbevolen berichten