Jongeren gebruiken hun smartphone voortdurend en overal, zo blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Apestaartjaren 6’. Hun smartphone dient om te communiceren, om de actualiteit te volgen, om informatie voor school(taken) op te zoeken, en nog veel meer. Maar hoe zit het met onze scholen? Scholengemeenschappen, scholengroepen, scholen, pedagogische begeleiders, directies en leraren: allemaal spelen ze niet (of vooralsnog te weinig) in op die leefwereld waarin jongeren digitaal vanalles doen, zeggen, vragen, denken en willen. Het onderwijs kan maar beter zijn oren spitsen voor de digitale roep van deze jongeren, voordat het te laat is.
Wat leren we uit ‘Apestaartjaren 6’, een onderzoek naar het mediagebruik van 2663 Vlaamse jongeren tussen 12 en 18 jaar, uitgevoerd door LINC, Mediaraven en de onderzoeksgroep MICT van de Universiteit Gent? Enkele cijfers en bedenkingen…
De smartphone
92% van de jongeren heeft een smartphone en 42% zelfs een eigen tablet. Meer en meer jongeren zijn altijd en overal online met hun mobile devices. 63% heeft – behalve toegang tot internet via wifi – een data-abonnement en is zo altijd en overal online met z’n mobiele toestellen.
Smartphones, tablets, phablets, noem maar op: ze zijn dus goed ingeburgerd bij jongeren. Meerdere malen per dag worden deze toestellen gebruikt thuis, op straat, in de sportclub, bij vrienden. Maar waarom horen we amper dat leerlingen hun smartphone in de klas gebruiken om vragen over de leerstof te beantwoorden, om foto’s te nemen van het bordschema, om digitale informatie uit te wisselen, om samen te werken? Alle mogelijkheden van die kleine slimme toestellen in de klas bieden zoveel nieuwe kansen voor leerlingen bij het leren, die we helaas niet of te weinig benutten.
Apps & sociale media
De meestgebruikte apps onder jongeren zijn apps om te communiceren en sociale media. Facebook (87%) blijft het populairst, gevolgd door YouTube (62%), Snapchat (70%) en Instagram (60%). Ook Smartschool, een elektronische leeromgeving voor leerlingen, staat in de top 10.
Sociale media en jongeren worden te vaak gelinkt met onveiligheid en privacy-schending. Uiteraard horen jongeren veilig om (te leren) gaan met nieuwe, in het bijzonder sociale media. Maar de kansen die deze sociale media bieden voor het onderwijs, worden veel te weinig benut. Leerlingen laten samenwerken, de les opnieuw bekijken, laten nadenken, vragen durven stellen en beantwoorden, zelf informatie toevoegen aan de les: het is allemaal mogelijk bij het gebruik van sociale media in de klas.
Als we de digitale leefwereld van jongeren betrekken in de klas en bij het leren, dan verandert die ‘wereldvreemde’ school plotsklaps in een plaats waar leren uitdagender, eigentijdser en misschien wel beter wordt.
Actualiteit
Nieuws vergaren doen jongeren dagelijks via sociale media (71%); in 2014 was dit nog 55%. Nieuws via de radio en de papieren krant keldert met respectievelijk 39% (58% in 2014) en 11% (25% in 2014). Daarnaast blijft inzetten op mediaopvoeding een uitdaging omdat jongeren nog niet voldoende zoekstrategieën bezitten om correcte online informatie in te winnen.
Initiatieven zoals ‘Kranten in de Klas’ zijn volkomen achterhaald, ook al kan die krant digitaal gelezen worden. De manier van actualiteit raadplegen moet eerder verlopen via afzonderlijke nieuwsberichten waarin titels, foto’s, video’s en interactiemogelijkheden vervat zitten die via een hyperlink overal gedeeld kunnen worden.
Smartschool
Jongeren gebruiken elektronische leeromgevingen zoals Smartschool (39%) minder dan sms (85%), Facebookgroepen (78%), WhatsApp en Facebook Messenger (81%), videochats (44%) en zelfs telefoongesprekken (48%).
De vraag hier is echter niet of de officiële elektronische leeromgevingen afgeschaft moeten worden, wel hoe we naast die officiële leeromgevingen ook nog andere, informelere leeromgevingen kunnen gebruiken in de klas om leren te faciliteren. Een combinatie van deze twee kan leiden tot een vlot leerproces waarbij leerlingen graag leren!
######Samantha, 15 jaar en leerling WICO Campus Sint-Maria in Neerpelt: “Met onze klas hebben we één grote groepchat in Facebook Messenger, maar ook kleinere groepen waarin slechts enkele leerlingen van de klas zitten. Ik stel regelmatig vragen in deze groepen over taken die voorbereid moeten worden of om te checken of er iemand afwezig is. Soms mogen we van enkele leraren op het einde van de les, wanneer er wat tijd over is, onze smartphone bovenhalen. Dit is dan om even sociale media te checken, privé. Sociale media gebruiken voor de lessen wordt nog niet gedaan door onze leraren.”
######Shauni, 16 jaar en leerling in de Provinciale Handelsschool in Hasselt: “De meest gebruikte app op mijn smartphone is Snapchat. WhatsApp of Facebook Messenger gebruik ik eigenlijk niet. Voor vragen aan medeleerlingen over school gebruik ik gewoon sms-berichten. In de vakken PAV, Kantoor en soms ook Frans mogen we onze smartphone gebruiken om informatie op te zoeken. Dit doen we dan met Google. Sociale media zoals Facebook, Pinterest of Instagram worden niet gebruikt op school.”
######Dani, 15 jaar en leerling WICO Campus Sint-Maria in Neerpelt: “Facebook en ook Snapchat zijn apps die ik het vaakst gebruik op mijn smartphone. Zo heb ik gisteren nog via Facebook Messenger in onze klasgroep gevraagd welke wijzigingen er in het lesrooster zijn. Omdat ik twee dagen ziek ben geweest, was ik hiervan niet direct op de hoogte.”
Conclusie
Uit een eerder onderzoek door de Vlaamse Overheid (MICTIVO) blijkt dat de meerderheid van onze leraren slechts enkele keren per jaar in zijn lessen ICT gebruikt en 13% zelfs nooit. Laten we in eerste instantie luisteren naar jongeren en kijken naar hun leefwereld. Als we – samen met wat we nu al goed doen – deze digitale leefwereld betrekken in de klas en bij het leren, dan verandert die ‘wereldvreemde’ school plotsklaps in een plaats waar leren uitdagender, eigentijdser en misschien wel beter wordt.
Meer info over het ‘Apestaartjaren’-onderzoek vind je hier.