Els Knaepen en Jochen Didden over digitale technologie en creatief denken in ons onderwijs
Hoe moet ons onderwijs kinderen voorbereiden op hun plaats in een alsmaar digitalere samenleving? Hoe stimuleren we hun creativiteit in plaats van ze te fnuiken? Els Knaepen en Jochen Didden (PXL-Education) trokken naar Sofia en zochten samen met zielsgenoten naar antwoorden. Een dubbelinterview.
PXL eXperts: Jullie zijn pas terug van een internationale conferentie in Sofia (Bulgarije), een conferentie met de welluidende titelEducate to create: from digital consumers to digital creators. Wat was de concrete aanleiding? En wat hebben jullie er gedaan en geleerd?
Els Knaepen: We waren er op uitnodiging van de Europese Commissie, omdat we de afgelopen jaren met onze LEGO Education Innovation Studio – waar trouwens ook collega’s Catherine Roden en Leen Smets deel van uitmaken – heel wat ervaring hebben opgebouwd rond digitaal leren, STEM-didactiek (science, technology, engineering & maths, n.v.d.r.) en creatief denken in ons onderwijs. In het najaar van 2017 hebben we op verzoek van European Schoolnet een webinar rond computationeel denken verzorgd en die is zo goed onthaald dat we nu binnen Europa heel wat vragen en werkbezoeken krijgen van onderwijskundigen en beleidsmakers. Recent is daar zelfs Amerika bij gekomen: in juni trekken we naar Boston voor een symposium rond LEGO Education en STEM-onderwijs.
We gaan er nogal snel van uit dat alle jongeren ‘digital natives’ zijn, maar is dat wel zo?
Jochen Didden: De aanleiding voor de conferentie in Sofia waren een aantal vaststellingen in ons hedendaagse onderwijs. Dat digitale technologie vandaag alomtegenwoordig is, is een open deur intrappen. Digitale technologie verandert de manier waarop we leven, communiceren en leren: de grenzen tussen formeel en informeel leren – op school en daarbuiten – zijn net door die digitalisering aan het vervagen. Jongeren die vloggen of websites bouwen, die leren ook zonder dat ze erbij stilstaan. Alles evolueert supersnel en lifelong learning wordt nog belangrijker dan voorheen.
En toch zijn er ook een aantal paradoxen. Eén: we gaan er nogal snel van uit dat alle jongeren ‘digital natives’ zijn, maar is dat wel zo? Er is meer en meer onderzoek dat aantoont dat jongeren wel op een oppervlakkige manier overweg kunnen met de technologieën van vandaag, maar dat hun digitale vaardigheden vaak overschat worden.
Twee: de samenleving wordt alsmaar digitaler, maar slechts 56% van de Europeanen heeft de digitale basisskills om er écht deel van uit te maken. Lees: 220 miljoen Europeanen – 220 miljoen! – hebben moeite om hun plaats te vinden in die digitale samenleving, door beperkte toegang, gebrek aan skills of motivatie. En dat terwijl 90% van onze toekomstige jobs digitale competenties vereist.
De onderwijsparadox bij uitstek: hoe langer je op de schoolbanken zit, hoe meer je creativiteit afneemt.
En tot slot, nummer drie, de onderwijsparadox bij uitstek: hoe langer je op de schoolbanken zit, hoe meer je creativiteit afneemt. Jonge kinderen hebben veel verbeeldingskracht en zijn supercreatief: laat hen met LEGO-blokjes een eend maken en je krijgt binnen de kortste keren vijf verschillende eendjes. Laat dat een 18-jarige doen en hij vraagt je een stappenplannetje. Hoe meer kennis, hoe meer je voortborduurt op wat je al weet en hoe minder je openstaat voor creatieve, nieuwe invalshoeken. Ook daar moeten we ons in het onderwijs meer bewust van zijn, want – zoals onder meer Ken Robinson terecht aangeeft – creativiteit en verbeeldingskracht zijn broodnodig om de uitdagingen van de 21e eeuw aan te gaan.
Els Knaepen: Het waren inderdaad dat soort thema’s die we in Sofia met beleidsmakers, onderwijsmensen, onderzoekers, innovators uit het bedrijfsleven en andere partners diepgaand besproken hebben, in workshops en in panelgesprekken. De concrete output is de zogenaamde Sofia Call for Action, een charter met aanbevelingen en actiepunten die beleidsmakers en het onderwijsveld nu ook in de praktijk moeten omzetten. Het doel: een sterker accent op digitale, 21e-eeuwse vaardigheden in ons onderwijs. Vanaf het prille begin trouwens, van in het kleuteronderwijs, want alleen door het zaadje daar al te planten, kun je de toekomst mee vormgeven en traditionele rollenpatronen doorbreken.
PXL eXperts: Jullie zijn samen met Catherine Roden en Leen Smets de gezichten van de LEGO Education Innovation Studio van PXL. Wat doen jullie daar precies?
Els Knaepen: We hebben drie doelgroepen: leerkrachten, leerlingen en een derde, diversere groep van externe ‘buitenschoolse’ partners in het brede veld van jongeren en educatie. Voor leerkrachten hebben we een navormingsaanbod waar veel gebruik van wordt gemaakt. Afgelopen academiejaar hebben we elf trainingsdagen georganiseerd, zowel in onze studio als op scholen zelf. Daarnaast ontvangen we geregeld de leerlingen zelf voor een ‘hands on’ LEGO-workshop in onze studio. Ook de derde doelgroep wordt alsmaar groter: we werken samen met de Technologiebende van de stad Genk, met Ontdek Techniektalent van de provincie Limburg, met de Cosmodrome, met de First LEGO League van VOKA-Limburg, we waren onlangs aanwezig op de opening van het Huis van het KindKaza Kozy in Hasselt, noem maar op.
Jochen Didden: We zijn ook betrokken in onderzoeksprojecten van het expertisecentrum PXL Onderwijsinnovatie, namelijk Neighbourhood Coding en ‘Iedereen mediawijs’. Met de steun van het Digital Belgium Skills Fund ontwikkelen we workshops voor kinderen van 8 tot 12 jaar in kwetsbare buurten in Limburg, workshops waarin die kinderen op een eenvoudige, speelse manier leren coderen en programmeren.
PXL eXperts: En hoe werken jullie dan concreet aan die digitale vaardigheden bij kinderen?
Jochen Didden: Binnen onze studio werken we volgens de 4C-didactiek van LEGO Education: connect, construct, contemplate en continue. Fase 1: je introduceert een activiteit die aansluit bij de leefwereld van de leerlingen en die hen voldoende uitdaging biedt. Bijvoorbeeld een groepsgesprek over de ontdekking van een nieuw stukje ongerepte natuur die je met nieuwe robots zou kunnen onderzoeken. Maar hoe pak je dat aan? De leerlingen moeten dan – aansluitend op die probleemstelling – mogelijke oplossingen bedenken.
Els Knaepen: Die oplossingen bedenken doen ze in kleinere groepjes en heel visueel, met LEGO-bouwsteentjes, in de construct-fase. Doordat de leerlingen met hun handen bezig zijn, worden hun hersenen op een andere manier getriggerd en kunnen ze creatiever nadenken. Het LEGO-bouwwerkje dat ze maken toont meteen visueel wat ze voor ogen hebben.
Jochen Didden: Dan fase 3 en dat is een superbelangrijke: contemplate. We reflecteren in klasverband over de verschillende oplossingen die de groepjes bedacht en gebouwd hebben. Met ‘wat als’-vragen proberen we hun kennis samen te brengen en samen te vatten. Ze leren luisteren naar elkaar en krijgen nieuwe inzichten over hun probleemstelling…
Els Knaepen: En met die inzichten gaan ze aan de slag in een continue-opdracht: een nieuwe opdracht met extra criteria en nieuwe uitdagingen.
In de wereld van vandaag is er niet één juiste oplossing, er zijn er duizenden.
Jochen Didden: Wat we merken, is dat veel leerkrachten stoppen bij fase 2, construct. Da’s erg jammer, want het belangrijkste – het open en bloot reflecteren over mogelijke oplossingen – ontbreekt dan. Leerlingen komen dan ook niet verder dan ‘we hebben iets gebouwd met LEGO-blokjes’. Dat is niet genoeg: het moet fun én facts zijn. Een leuke uitdaging is goed, maar die moet ook zo uitgediept worden dat een leerling bij het verlaten van de klas het gevoel heeft dat hij iets heeft bijgeleerd. Dat leerkrachten dat stapje verder niet zetten, heeft vaak te maken met een gebrek aan durf. Ze durven niet uit hun comfortzone te stappen, omdat ze bang zijn: bang voor het onbekende, bang dat hun leerlingen op digitaal-technologisch vlak sterker zijn dan zijzelf. Maar angst is een slechte raadgever…
Els Knaepen: Dat blijft inderdaad een pijnpunt: leerkrachten die nog te sterk vasthangen aan de oude invuldidactiek waarbij er altijd maar één juiste oplossing is. In de wereld van vandaag is er niet één juiste oplossing, er zijn er duizenden. Willen we breed gevormde, 21st century proof digitaal geletterde leerkrachten, dan moeten die leerkrachten zelf durven te experimenteren, durven uit hun comfortzone te stappen. En ja, dat vraagt een mentale switch. Je controle loslaten, leerlingen de vrijheid geven om iets te ontwikkelen dat niet voorspeld kan worden: dat is niet makkelijk, maar open ended learning loont.
Jochen Didden: Klopt. Weet je, behalve de 4C’s van LEGO Education hanteren we binnen de LEGO Education Innovation Studio van PXL-Education voor creatief denken ook de vier P’s: passie, projecten, peers en play (zie hieronder voor meer toelichtingen, n.v.d.r.). Wat ons betreft is dat een succesvol recept om van je leerlingen creatieve denkers te maken, klaar voor de uitdagingen van de 21e eeuw. En wat die 21e-eeuwse vaardigheden betreft, laat het duidelijk zijn dat die véél meer inhouden dan programmeren en digitale media. Het gaat evengoed over probleemoplossend denken, samenwerken, weten hoe je efficiënt informatie opzoekt enzovoort. Da’s een spectrum aan vaardigheden die broodnodig zijn voor de jobs van morgen. Ook al kennen we die jobs nog niet: worden onze kinderen van morgen nanodokters of brandweerdronespecialisten? Time will tell…
PXL eXperts: Da’s een mooie uitspraak om mee af te sluiten. Hartelijk dank voor dit interview en veel succes met de uitbouw van jullie LEGO Education Innovation Studio.
De 4 P’s: een succesvol recept om van je leerlingen creatieve denkers te maken
PASSIE
Investeer in interesse! Het zal leiden tot een grotere motivatie en meer kennis.
PROJECTEN
Laat jongeren concepten en vaardigheden leren binnen een proces van diverse projecten.
PEERS
Geen DIY (Do It Yourself) maar MI2 (Make It Together).
PLAY
Ga voor een speelvolle aanpak die leidt tot creatief denken en leren.
Contact LEGO Education Innovation Studio:
els.knaepen@pxl.be / +32 475 92 58 93 (coördinator)
jochen.didden@pxl.be (LEGO Education Academy Certified Trainer)
catherine.roden@pxl.be (LEGO Education Academy Certified Trainer)
An English version of this interview can be found here.