In de reeks SuperScript belichten we knappe bachelorproeven van onze PXL-‘junior-collega’s’. Deel 19: Amber Claeys, afgestudeerd als bachelor Groenmanagement, over hoe we van onze begraafplaatsen groene ontmoetingsplaatsen kunnen maken. De bachelorproef van Amber werd bekroond met de Future Proef Award 2024.
Akelige stiltes. Grauw. Donkerte. Verdriet. Vreugdeloos… Een handgreep van associaties die je maakt wanneer je aan een begraafplaats denkt. Het is een plek waar iedereen vroeg of laat mee in aanraking komt, maar toch lijken we er liever met een grote boog om heen te lopen. Anderzijds staan deze gebieden voor vele, diverse uitdagingen. Denk maar aan het intensieve onderhoud om deze steenwoestijnen onkruidvrij te houden en het verlies van funerair erfgoed.
Het denken over begraafplaatsen verandert voortdurend. Niet alleen de begrafenisrituelen worden diverser, ook de wijze waarop men doden wil herdenken is in evolutie. Hierdoor bevinden de Vlaamse begraafplaatsen zich op een kantelpunt. Steeds meer steden en gemeenten durven dromen over rustgevende, groene begraafplaatsen. Maar hoe vorm je een klassieke, versteende begraafplaats om tot een groenoase? Waar houd je rekening mee? En bestaat er één succesformule?
Zes Haspengouwse gemeentes – Alken, Borgloon, Gingelom, Heers, Kortessem en Wellen – klopten aan bij de Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst Haspengouw West en het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren met de vraag om hen op weg te helpen bij de visievorming naar een groenere, multifunctionele begraafplaats.
Leren van het verleden
De huidige inrichting en gebruik van onze begraafplaatsen, alsook de kijk op de dood is door de eeuwen sterk veranderd. Vroeger bestonden kerkhoven uit groene zones die beplant werden met gras en bomen.
Het groene karakter van deze plekken zorgde ervoor dat deze ook een economische functie hadden. De bomen bestonden grotendeels uit fruitbomen waarvan het fruit werd verkocht, snoeihout was dienstig als brandhout of om gebruiksvoorwerpen te maken. Het grasland werd gehooid of begraasd door het vee.
In de middeleeuwen had men een zeer vooruitstrevende, open kijk op de dood. Door ziekte, oorlog en hongersnood maakte de dood deel uit van het dagelijkse leven. Tot de zeventiende eeuw maakten begraafplaatsen deel uit van het openbare leven. Ze lagen centraal in steden en dorpen en functioneerden als ontmoetingsplaatsen voor de gemeenschap, met tal van nevenfuncties zoals beurzen, demonstraties, festiviteiten, rechtszaken en volksrituelen. Het verdriet om een overledene werd gedragen door de volledige gemeenschap en niet door enkele individuen.
In de 18e eeuw werd er uit vrees voor ziektes (veroorzaakt door de lijken) beslist om het begraven in de kerk te verbieden en om bomen en andere planten op de begraafplaats te verwijderen. De nieuw ontworpen begraafplaatsen werden gekenmerkt door een strak patroon, waar weinig tot geen beplanting werd voorzien.
Het grootste kantelpunt kwam na de Tweede Wereldoorlog, toen de houding van de mens ten opzichte van de dood drastisch veranderde. Voor de eerste keer in de menselijke geschiedenis werd de dood bevochten vanuit een rationeel, wetenschappelijk standpunt. Door deze ‘stille revolutie’ kwam er een maatschappelijk taboe op de dood te rusten en werd de lijkbezorging uniformer en soberder.
Vanaf de jaren 1990 groeide stilaan het besef dat deze doodse begraafplaatsen geen volwaardige plekken zijn om afscheid te kunnen nemen en te kunnen rouwen. De 21e eeuw ziet dan ook een evolutie naar het vergroenen en het verparken van kerkhoven en begraafplaatsen.
Haspengouwse begraafplaatsen
Voor je je aan de ontwerptafel begeeft is het van cruciaal belang om je startpunt te kennen, een overzicht te hebben van de sterktes, zwaktes en de noden/wensen.
Om dit te achterhalen werden de 61 begraafplaatsen van de gemeenten Alken, Borgloon, Gingelom, Heers, Kortessem en Wellen geïnventariseerd. Werden nader bekeken: de aanwezige groenelementen (aard/gebruik), toegepaste materialen, begrenzingswijze, aangeboden begraafmogelijkheden, integrale toegankelijkheid, aanwezig funerair erfgoed enz.
Dit resulteerde in een rapport per gemeente met daarin de bevindingen per begraafplaats. De doorsnee Haspengouwse begraafplaats wordt gekenmerkt door weinig voorkomende/ toegepaste groenelementen. Veel kiezelstenen, weinig groen: de paden en zones tussen de grafmonumenten bestaan hoofdzakelijk uit kiezel. Het merendeel van de begraafplaatsen is niet toegankelijk voor mensen die slecht te been zijn of die een handicap hebben. De Haspengouwse begraafplaatsen herbergen veel en divers funerair erfgoed.
“De begraafplaats van de toekomst is een uitnodigende, multifunctionele plek, waar overledenen worden begraven of hun as wordt bijgezet. Deze plek wordt bezocht door mensen die overledenen herdenken, genieten van de natuur- of historische waarden, deelnemen aan activiteiten die in het teken staan van herdenken of het bespreekbaar maken van de dood en rouw.”
Mariska Overman & Rob Bruntink, 2021
Begraafplaatsen als onderdeel van het leven
De uitdrukking ‘het over een andere boeg gooien’ is zeker van toepassing in deze context. Een ruimte heeft vaak meer dan slechts één vanzelfsprekende functie. Dat geldt ook voor onze begraafplaatsen.
Een vastgeroeste denkwijze in combinatie met het taboe dat rust op dit thema, zorgt ervoor dat kansen op multifunctioneel ruimtegebruik op deze plekken vaak niet opgemerkt en bijgevolg niet aangegrepen worden. En dat is jammer, want begraafplaatsen zijn unieke plekken die de wortels en identiteit van een gemeente vormen. Deze plekken bieden vele kansen en mogelijkheden. De afgelopen jaren startten heel wat gemeenten wel al met de vergroening van begraafplaatsen, maar het kan beter.
De (her)inrichting van een begraafplaats is maatwerk, waarin verschillende thema’s aan bod horen te komen. De bachelorproef resulteerde in een brochure getiteld Levendige begraafplaatsen. Van grijze steenwoestijn naar groene ontmoetingsplek met erfgoedwaarde (Leidraad voor gemeenten). De brochure wil lokale besturen informeren en inspireren bij de visievorming/(her)inrichting van hun begraafplaatsen.
Concrete handvatten worden aangereikt door middel van een uitgewerkt traject en zes uitgangspunten die samen de bouwstenen vormen tot het ontwerp van een ‘serene’ begraafplaats. Hierbij is er oog voor de diverse thema’s: herdenking, troost en rouw, het optimaal vervullen van ecosysteemdiensten (denk maar aan waterregulatie en verkoeling), het behoud van funerair erfgoed, inzetten op educatie en zachte recreatie, soortgericht werken (sommige soorten verkiezen juist de biotopen die voorkomen op een begraafplaats, bv. de vroedmeesterpad) en het ontwikkelen van kwalitatieve natuurverbindingzones.
Denk in mogelijkheden, niet in beperkingen. Elke kleine actie maakt een verschil. Ook die op een begraafplaats.
Amber Claeys (2023). Vergroening van begraafplaatsen in regio Haspengouw. Van een grauwe en grijze begraafplaats naar een serene plek die rust en nieuw leven ademt. Diepenbeek: PXL, bachelorproef Agro- en biotechnologie: Groenmanagement. Promotoren: Alexander Massoels (Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren), Peter Vandyck (Hogeschool PXL).
Contact: amber.claeys1@gmail.com
Met deze bachelorscriptie won Ambert de Future Proef Award 2024, een prijs van de Vlaamse overheid ter beloning van afstudeerwerken die bijdragen aan een duurzame toekomst.
Lees ook:
Maak van begraafplaatsen groene ontmoetingsplaatsen (Kerknet)
Veel kiezels, weinig groen: PXL-student brengt Haspengouwse begraafplaatsen in kaart (HBVL)