Zijn onze Limburgse ganzen honkvast? Of trekken ze door naar andere oorden? En welke invloed hebben ze op onze omgeving? Onderzoekers van PXL BIO-Research zoeken het uit.
Sinds afgelopen zomer is er een nieuw project gestart in de regio Hasselt / Herk-de-Stad / Halen om het gedrag van vier soorten ganzen – namelijk de Canadese, grauwe, nijl- en brandganzen – nauwkeurig te monitoren. Hun bewegingen worden gevolgd en ook de schade die ze veroorzaken op locaties waar ze herhaaldelijk aanwezig zijn, wordt in kaart gebracht. Het project zal doorgaan tot de zomer van 2025 en wordt mede gefinancierd door het Jachtfonds.
Het beheer van de ganzenpopulatie is een belangrijk doel van het project. Door het vluchtgedrag van de ganzen te bestuderen, kan men beter begrijpen hoe deze vogels zich gedragen en welke invloed ze hebben op de omgeving. Bekend is dat ganzen aanzienlijke economische schade kunnen veroorzaken, zoals vraatschade aan gewassen, vertrapping van vegetatie en eutrofiëring van wateren. Mocht uit de studie blijken dat de Limburgse ganzen voornamelijk lokaal blijven, dan ligt de verantwoordelijkheid bij lokale beheerders zoals jagers, natuurverenigingen en gemeentes om de populatie te beheren. Bij regionaal trekgedrag zou samenwerking tussen verschillende betrokken partijen nodig zijn om de populatie effectief te reguleren.
Onderzoeker Joep Grosemans merkt op dat Limburgse ganzen waarschijnlijk voornamelijk regionale vogels zijn. Via de aanwezige pootringen en door het gebruik van gps-zenders proberen de onderzoekers meer inzicht te krijgen in hoe ver deze vogels zich verplaatsen, welke gebieden ze regelmatig bezoeken en welke schade ze daar veroorzaken. Het project onderzoekt ook of er specifieke rustplaatsen zijn van waaruit de ganzen de omgeving verkennen en voeden. In dit kader zijn ongeveer tien ganzen uitgerust met gps-zenders in verschillende kleuren. Als je een gezenderde gans opmerkt in een veld of weide, vragen de onderzoekers om dit te melden. De gegevens zullen worden opgenomen in een studie naar de veroorzaakte schade.
Het project richt zich op verschillende soorten schade, waaronder vraat-, trap- en mestschade, maar ook eutrofiëring van de bodem en waterverontreiniging. Verschillende methoden worden gebruikt om de schade te beoordelen, zoals drones met LiDAR-technologie en klassieke tellingen van keutels. Als je schade opmerkt door ganzen die niet gezenderd zijn, worden die meldingen ook gewaardeerd om een vollediger beeld te krijgen van de situatie op regionaal niveau.
Contact: joep.grosemans@pxl.be
Lees ook: Groot onderzoek naar gedrag van ganzen met drones en gps-zendertjes: “Maar ook keutels tellen” (Het Nieuwsblad)