70 jaar: zo oud (of jong) werd de Europese Unie op 9 mei laatstleden. Een verjaardag zonder toeters en bellen, zonder taart met kaarsjes. En toch is Europa meer dan ooit belangrijk, ook voor Limburg. Astrid Hannes, directeur van PXL-Research, legt uit waarom.
Op zaterdag 9 mei 2020 werd ze 70 jaar. Zonder taart met kaarsjes, zonder verjaardagslied en zonder familie rond de feestdis. Haar verjaardag passeerde zowaar geruisloos in het midden van de coronastorm die miljoenen burgers in Europa en de rest van de wereld al maanden in zijn greep houdt.
Neen, ik heb het niet over een van mijn lieve grootmoeders. Van hen moest ik helaas al jaren terug veel te vroeg afscheid nemen. Ik heb het over Europa, het maatschappelijke en politieke project dat me na aan het hart ligt. Dat Europese project die zaterdag in mei 70 jaar, in stilte. Toen Robert Schuman op 9 mei 1950 in zijn historische speech opriep tot de oprichting van een Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, plantte hij de kiem voor supranationale samenwerking voor vrede in Europa. Een verjaardag in stilte, terwijl er reden genoeg is om met toeters en bellen te vieren: al 75 jaar blijft Europa gespaard van oorlog. Maar voor velen die nog nooit oorlog meegemaakt hebben, lijkt dat wel een vanzelfsprekendheid.
Sinds 1987 investeerde Europa meer dan 800 miljoen euro in Limburg in meer dan 2100 projecten waarvan iedere Limburger dagelijks de voordelen ervaart.
Van het Schumanplein tot op het Limburgse marktplein
Velen onderschatten het belang van het Europees project dat naast vrede het welzijn van haar EU-burgers vooropstelt en waaraan Limburg, mijn gastvrije en dynamische heimat, zo veel te danken heeft. Sinds 1987 investeerde Europa meer dan 800 miljoen euro in Limburg in meer dan 2100 sociaal-economische projecten waarvan iedere Limburger dagelijks de voordelen ervaart: duizenden Limburgse studenten konden dankzij Europa op Erasmus, honderden onderzoeks- en innovatieprojecten droegen bij aan innovatie in Limburgse sectoren, maar ook stedelijke ontwikkelingen, dorpskernvernieuwing en tal van toeristische projecten in onze mooie Limburgse provincie, de groenste long van Vlaanderen, werden gefinancierd door de Europese Unie. Toen het doek viel over de Limburgse steenkoolmijnen, werd Limburg met steun van Europa, en met Vlaamse en Limburgse cofinanciering, hertekend. Met Europese steun kon fors geïnvesteerd worden in het concurrentievermogen en in onderzoekssamenwerking met tal van kennisinstellingen, bedrijven en overheden uit de Euregio Maas-Rijn en het grensgebied Vlaanderen-Nederland. Toen Ford Genk in 2014 de deuren sloot, toonde Limburg zich opnieuw veerkrachtig. Met het SALK-plan voltrok zich, weer met Europese steun, een nieuwe economische reconversie en zag het Limburgs incubatorennetwerk met innovatiehotspots met honderden innovatiegerichte jobs zoals de Corda Campus in Hasselt het levenslicht.
Nieuw partnership tussen VLEVA en de provincie Limburg
Ook al lijkt het Europese beleidsniveau erg abstract en ingewikkeld, met haar doolhof van regels en procedures en haar specifieke jargon, toch wegen deze onvolmaaktheden van het Europese project niet op tegen alle voordelen. Maar onbekend is onbemind. Net daarom slaat het Vlaams-Europees verbindingsagentschap (VLEVA) sinds haar oprichting in 2006 de brug tussen Europa en Vlaamse lokale overheden, het middenveld en de Vlaamse overheid. Een team van liaison officers zorgt voor accurate beleidsinformatie, gidst ons door het Europees subsidielandschap en maakt de juiste ontmoetingen op het juiste moment op het juiste Europese forum mogelijk. Met Jan Noelmans voorziet de provincie Limburg sinds oktober 2019 een extra liaison officer in het VLEVA-team voor Limburg. Dat is een zeer goede zaak. Want ook al genoot Limburg in het verleden heel wat Europese steun, toch zijn er nog onbenutte kansen en EU-subsidiekanalen waar Limburg traditioneel veel minder of niet op inzet.
Verbinden met impact: voor meer Europa in Limburg en meer Limburg in Europa
Als directeur onderzoek en dienstverlening van Hogeschool PXL, de hogeschool met het netwerk, met roots in de regio en blik op de wereld, kijk ik vanuit een bevoorrechte positie naar de toekomst van het Europese project. Als vertegenwoordiger van de Vlaamse Hogescholenraad in de Stuurgroep van het Europaplatform van het Departement EWI volg ik het Europese beleid op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en innovatie op de voet. Na de turbulente brexitjaren en de torenhoge politieke druk door de coronacrisis kan enkel een solidaire en op innovatie gerichte EU-strategie de Europese welvaart behouden. Maar als je focust op de moeilijkheid van de uitdaging geraak je nergens. Als je focust op de uitdaging van de moeilijkheid dan is het interessant, om het met de woorden van gewezen VLEVA-voorzitter Luc Van den Brande te zeggen.
PXL-Research heeft meer dan 50 projecten met Europese steun op de teller.
Europese middelen uit Brussel zijn erg belangrijk voor het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek van Hogeschool PXL, waarmee we economische en maatschappelijke actoren in Limburg en daarbuiten helpen om het hoofd te bieden aan de professionele uitdagingen die ze tegenkomen op de werkvloer. PXL-Research heeft meer dan 50 projecten met Europese steun op de teller en helpt met nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde inzichten jaarlijks zo’n 150 ondernemingen, ziekenhuizen, zorg- en welzijnsorganisaties, lokale besturen en scholen voort. Onderzoek met impact op de directe omgeving als het ware, daar staat het onderzoek van Hogeschool PXL voor.
Ik ben ervan overtuigd dat VLEVA Limburg nog beter kan verbinden met Europa, én dat dat rendeert. Onze korte lijn naar het VLEVA-team brengt nieuwe subsidiekansen binnen handbereik van PXL-onderzoekers, geeft PXL-onderzoek waarin cocreatie met de bedrijfswereld en het maatschappelijk veld centraal staat, visibiliteit op de Europese podium en opent deuren naar nieuwe Europese opportuniteiten. Zo is ons PXL-onderzoek naar slimme streekgebonden groendaken opgepikt als ‘best practice’ voor de Europese Green Week dit najaar. Naast de kwaliteit van ons onderzoek zijn het ook de informele netwerkcontacten die het verschil maken, zo weet ik als geen ander. Voor ik het directiecomité van Hogeschool PXL versterkte in 2015, was ik zelf bij VLEVA actief als liaison officer voor de beleidsdomeinen werk, onderwijs, sociale zaken en consumentenzaken. Op mijn laatste VLEVA brokerage event – waarvoor meer dan 130 actoren uit heel Europa naar Brussel afzakten –werd de Europese basis gelegd voor het PXL-onderzoek naar digitaal onderwijs, waarin we als hogeschool met de laptop al jaren pionierden. Nu werken we samen met kennisinstellingen uit heel Europa, Azië en Latijns-Amerika in het domein van digitaal leren en lesgeven, en onderzoeken we al enkele jaren de toepassingsmogelijkheden van augmented reality en artificiële intelligentie in het leerproces. De resultaten vloeien uiteraard ook terug naar Limburg. Bij het bedrijf Punch Powertrain in Sint-Truiden hebben we een virtual reality-leerfabriek opgezet. En ook in de corona-lockdown plukken we de vruchten van ons Europees onderzoek. PXL sloot als eerste hogeschool in Vlaanderen al op 12 maart haar deuren, omdat we alle expertise in huis hadden om ons onderwijs en ons onderzoek van de ene dag op de andere online te laten doorgaan.
Op zaterdag 9 mei brandde ik vanuit mijn thuiskantoor stiekem een kaarsje, in de hoop dat Europa nog lang zal leven. In de gloria, in Brussel, maar toch ook vooral in het bronsgroen eikenhout van mijn dierbare provincie, waar het nachtegaaltje zingt, over het malse korenveld waar het lied des leeuweriks klinkt. Gesterkt in de overtuiging dat mijn wijlen grootmoeders die beiden wel de oorlog meemaakten, met hun zilveren lokken en gouden lepeltjes in de rijstpap, zien dat het goed is. Meer Limburg in Europa, en meer Europa in Limburg.
Contact: astrid.hannes@pxl.be
Dit opiniestuk werd in verkorte versie ook al gepubliceerd als VLEVA-blog.